óver. HET LICHTEN VAN DE ZÉÉ. JjJ

Verdeeld, van welke er beurt om beurt, nu een groote* en dan twee bij elkander geplaatst kleine ahvisfelen. Binnen den rand hangt eene groote menigte tamelijk lange koordvormige vöeldraden bij het fcherm neder. Hei middelde gedeelte van dit dier is ondoorschijnend, en met vier dikke onregelmatig gevormde aanhangfels voorzien, die midden tusfchen de vöeldraden afhangen,en eenigzins naar den (teel der champignons gelijken; Deze dierplant zou volgens den beer banks de meest glinfterende bewoner van den oceaan zijn. De flikkering van het licht, gedurende de zamentrekkingen van derzelver ligchaam is fterk genoeg, om het oog van den waarnemer te verblinden.

■ Kapitein horsburg deelde aan den heer banks nog het volgende van zijne opmerkingen mede. Meu ziet doorgaans tusfchen de keerkringen, ten tijde van het nachtlicht der zee , eene groote menigte van zeer verfchillende zeedieren in derzelver oppervlakte onizwem. men, welke hij echter niet alle als lichtgevend aanmerkt. Van tijd tot tijd eenig zeewater van nabij beziende , vond hij daarin niet , dan kleine ligchaampjes van een donker (troogeel, die zich op de minde aanraking met de vingers ontbonden. Te Bumbay zag hij, gedurende de heete dagen van Mei en Junij, dikwijls het water, waarmede de zee hier aanfpoeït, helder verlicht door kleine fonkelende dipjes. In April van

het jaar 1788, ontdekte hij in de golf van Arabic een aantal witte lichtende pluatf n. Niet twijfelende, of dit fchijnfel werd door het een of ander dier te weeggebragt, begaf hij zich in eene boot, en greep een iirfekt, dat vrij gelijk aan eene houtluis eri ongeveer fduira lang was. Ónder het mikroskoop. vertoonde het zich bedekt met dunne fchaa'idukjes, en het behield, zoo lang het nog vocht in zijn hgchaampje had, een zeer helder fchijnfel.

Vruchtbaarder in het vinden Van veelfoortige-zeelichtjes was de ontdekkingsreis naar de Kongo - rivier, onder bevel van kapitein tückey, die zijn leven daar, niet lang geleden, met nog andere verdiendelijke fcheepsgenooten, door te overmatigen ijver en inlpanning, opgeofferd heeft. De golf van Guinée fchijnt bijzonder ruim bedeeld met velerlei lichtende flijmdieren. Men gag, zoodra men kaap Palmas voorbij, en in' de geB a noeni-