|3 feldheim en julia.

beflaan te krijgen, en ftond in dit geval naar haar hart en hare hand. Zij wees hem niet regtftreeks af zij verzocht flechts om tijd van beraad, en met befcheidenheid trok de jongman af.

Niet lang daarna fpraken ook hare pleegouders met haar over dornsteins wensen. Zij ftreed lang, alvorens zij tot een befluit kon komen. Zij achtte dornstein hoog van wege zijne regtfehapenheid; maar zij gevoelde geene liefde voor hem. Het was de zware beproeving van een nog niet volkomen geheeld hart. Doen zij had zich hare fchoonfte verwachtingen held* hanig ontzegd; zij befloot, na eenen harden ftrijd, de wenlchen van zulke goede pleegouders in te volgen, eenen braven man niet te grieven, en zich aan eens anders geluk, als ware het, op te offeren.

Dornstein en julia werden verloofd.

Feldheim was, na verloop van zes weken, weder in zijn garnizoen teruggekeerd.

Dronken van vreugde zocht dornstein hem op, en

verhaalde hem zijn geluk, Hij vermoedde niet,

hoe diep hij feldheims hart daarmede kwetfte.

„ Niets ontbreekt mij nu," zeide dornstein, dan „ een ambt, waarvan ik leven kan — maar bk de menigte van mededingers, zal ik nog wel lang moe„ ten wachten; want ik heb, helaas! geenen magtigen befcliermer."

„ Laat mij daarvoor zorgen," hernam feldheim;

" tir r" «5° vorst van A' ü-"- h« is mij genegen. „ Welligt kan ik uwen wensch fpoedig in vervulling brengen," &

Meer gerust keerde dornstein tot zijne bruid terug , en, vier weken daarna, verraste feldheim hem met de aanftelhng tot eenen houtvestersposr.

Hoe gelukkig was dornstein, hoe dankbaar het huisgezin van auer, hoe diep bewogen julia!

De dag der echtverbindtenis werd nu niet langer uitr gefteld, en wat was natuurlijker, dan dat de bruidegom er op ftond, om zijnen weldoener tot getuige bij dit feest te hebben?

Feldheim werd genoodigd en verfcheen thans, na verfcheidene maanden, weer voor de eerfte maal in het huis van auer , waarin hij voormaals zulke zalige, uren had doorgebragt. <

Met