ÏELBHEIM EN JULIA. $1

het Pruisfifche korps den beflisfenden uitilag gaf. Maar van alle kanten ftroomde er bloed; een vijandelijke kogel kwetfte feldheim, en hij Hortte bewusteloos van zijn paard. „ . ,..

Een getrouwe bediende zag hem nederftorten; hij ijlde naar hem toe en reddede hem, alvorens hi, nog door de boeven der paarden vertreden iwerd. Met de grootfte infpanning droeg hij den half ontzielden m eene verlatene hut op het veld, fchafte zich vervolgens, met behulp van eenige vlugtende landlieden, eenen wagen aan, en zocht eene veilige verblijfplaats voor zij-

BeOp*CS-enh.Snd ontdekte hij, in een bosch een eenzaam huis; hij liet den gekwetften derwaarts brengen, om hem. zoo fpoedig mogelijk, hulp te verkenen, en zijn dierbaar leven te redden.

Het was dornsteins woning.. Welk een gezigt voor hem, toen hij in den half ontzielden zijnen edelen weldoener herkende!

Maar veel ontroerender was hét oogenblik, waarop tulia, nog niet genezen van eene hevige ziekte, het gevolg van veelvuldige noodlottigheden des oorlogs en van den fteeds voortdurenden angst voor plunderingen en mishandelingen van wreedaardige vijanden , den geherden, bleek als een geest en met bloed bevlekt , in hare

kamer zag binnen brengen. Met eenen linden gil

van fchrik zeeg zij magteloos op den grond neder.

Feldheim, geheel en al afgemat door het verbloeden, werd nu voor de eerfte maal verbonden, en julia wendde alles tot zijne verzorging aan, Dornstein zond overal rond, om eenen arts of heelmeester — doch vergeefs. De plagen des oorlogs hadden de inwoners der&nabuurfchap uit hunne vreedzame woningen verdreven, en dood en verfchrilddng heerschten in den ganfchen omtrek. Julia verliet geen oogenohk de: legerftede van den krenken, die aan eene hevige wondkoorts leed en angftig naar de hulp van eenen geneesheer verlangde. , ,,

Feldheim werd met eiken dag zwakker, en julia, uitgeput door de voortdurende zorg voor het leven van haren geliefde», en van het onafgebroken nachtwaken aan zijn bed, verviel op nieuws in eene krankheid, van welke" zij te naauwernood herftelde. Met de meeste