DE GOEDE VRIJDAG.

205

aan den eindpaal zult inoogften. Viert met een heilig voornemen den dag des doods van jezüs, dat zijn geest op u in dit ieven moge rusten, en zijn vrede u verkwikke in het derven ! Dit uur van ftilie plegtigheid, waarin het voor ons, als weemoed ons verzelt, zoo wel is, verdwijnt weder, doch wat wij in hetzelve aan God beloven» dat willen wij getrouw houden in het ieven. Dódr, waar het gevaarlijke gedruisch der verltrooijing, waar de ftrijd der verleiding plaats grijpt, moet het voorbeeld van Hem, die in braafheid en getrouwe liefde wandelde, ons fteeds voor oogen zweven. Wij willen zoo gezind zijn als jezus christus was! Ons hart zij niet verre van God, opdat wij in Hem, daarboven, den Vader mogen vinden, welke onze vermoeide ziel veffterkt, en onzen geest opneemt m zijne handen. Wij willen tot Hem bidden met vreugde in de kracht onzer jaren, opdat Hij ons nabij zij in onze «wakheid, en Hij ook zich-aan ons, op den rand des grafs, openbare in zijne ontferming; dat het geloof aan zijne eeuwige liefde ons dan opbeure, Wij in den geest den hemel geopend zien, den dood vrolijk te gemoete gaan en als zaligen fpreken kunnen: ,, Ik ga tot den „ Vader!" Wij willen heden onder het kruis van jezus hartelijk belijden : dat een leven in God, een getrouw wandelen aan zijne hand, alleen het ware leven is, dat het voorbereiding tot derven . dat het de weg tot eenen zachten overgang is. Laat ons meer en meer tot God naderen! Het Goddelijke vervulle onze harten, de liefde tot God wone in dezelve; onze hoogde vreugde zij, den wil des Vaders te doen.

Dat ons einde zij als het einde van jezus — laat ons zegenend werken op aarde, zoolang het dag is! De jaren onzer vreemdeliogfehap mogen niet zonder beduiding voor onze reisgenooten voorbijfnelien; wij werken op hen', in welker kring God ons heeft geroepen. Wee ons bij het graf, wanneer wij door zonde eenen vloek op ons hebben geladen, wee ons, als wij verzuimd hebben, wat ons dagwerk van ons eischt. Iedereen heeft krachten ontvangen; hij moet dezelve aanwenden tot eer van God, en tot zegen voor zijne broederen. Eens komt de avond, en dan ligt ons geheel leven voor ons gezigt. Dat ons hart dan gerust op hetzelve moge nederzien, laai ons getrouw arbeiden, zoolang

de