334 grafschrift eens zeemans.

„ Tot op dit oogenblik, heb ik deze omftandigheid, „als een geheim, verzwegen, en zelfs geene mijner ,, vertrouwdlle vrienden heeft er ooit één woord van

vernomen."

Wie verdient hier meer onze bewondering} de heer

of de knecht? Eene zware vraag voorzeker. De

eerfte was een alexander, die den drank van zijnen geneesheer nam, dien men hem, als eenen gifmenger, verdacht gemaakt had; hij was een augustus, die eenen cinna tot vriend verkoos, van wien hij overtuigd was, dat hij hem naar het leven ftaan kon. Hij was meer dan beiden, hij vereenigde beilier vertrouwen en grootmoedigheid in zich, en wel gedurende eene reeks van 30 jaren. De dienaar bewijst echter ook, dat een verdoolde, die het pad der deugd heeft verlaten, door goedheid en geloof aan zijne beterfchap, even zoo goed., zoo niet beter, rot de deugd teruggevoerd kan worden, als door geftrengheid en ftraf.

grafschrift eens zeemans.

(Uit het Engelsch.}

Hier ligt, anderhalf vadem diep, gezonken de fchulp van hawler trunin , fchïldknaap; Sn zijn leven bevelhebber over een fmaldeel in zijner roajefteits dienst; die in den grond geboord is, te vijf ure na den middag, van den 10 Ociober, in het 7911e jaar zijns ouderdoms. Hij hield zijn gefchut altoos geladen, en zijne takelaadje in goede orde, en liet nimmer den vijand zijnen fpiegel zien, dan wanneer hij denzelveh op fleeptouw had ; zijn kruid echter verfchoten , zijne lont uitgebrand en zijne topzeilen gefcheurd zijnde, is hij in den grond geboord door het zwaar gefchut des Doods. Evenwel zal hij op den grooten dag weder geligt worden , dan zal zijn want herfteld en zijn touwwerk weder In orde gebragt worden, en hij zal op zijne beurt met eene volle laag den vijand voor hem doen ltrijken.

lij