34° iets over het inwendig gebruik

CTCT—————

iets over het inwendig gebruik van het blaauwzuur (JCJDUM PRUSSICUM) in sommige ziekten.

(Door V. B.)

Onder de nieuwe geneesmiddelen, welke men in de laatfte jaren in de geneeskunde heeft ingevoerd , be. hoort het blaauwzuur in de eerfte plaats genoemd te worden. Wel is waar, men heeft federt lang het lauTterkers- water (aqua laurocerafi) als een inwendig geneesmiddel laten gebruiken, en het werkzame beftanddeel van dit laatfte is het blaauwzuur, doch nimmer heeft men dit zuur zuiver en alléén in fommige ziekten gegeven. Dit ook kon geene plaats hebben, daar men eerst federt kort den aard en de eigenfchappen van dit zuur, alsmede de manier om het zuiver en alleen te verkrijgen, heeft leeren kennen. Voor meer dan honderd jaren ontdekte zekere diesbach, te Berlijn, de kleuroi verwftof, bekend onder den naam van Berlijnschèlaauw, bt (taande uit ijzer en een ander beginfel of zuur, hetwelk uit het dierlijk ligchaam verkregen wordt. Scheele was de eerfte, wien het gelukte dit zuur afzonderlijk, daar te (tellen, en uit tie bovengenoemde verbinding af te fcheiden. Gedurende vele jaren hield men het door hem bekend gemaakte voorfchrift, om dit zuur te verkrijgen, als het beste, totdat de beroemde gay lussac het tegendeel bewees. In het jaar 1815 heeft deze aangetoond, dat het zuur, volgens de manier van scheele verkregen, in het geheel niet zuiver is, en (telde eene andere wijze om het te verkrijgen voor. waardoor een veel fterker zuur, hetwelk tevens een der hevigfte vergiften is, werd verkregen. Hij bevond verder, dat dit laatfte uit eene verbinding van kool- en (tikftof beftaat, welke door waterftof in een zuur wordt veranderd. De eerfte verbinding noemde hij cyanogen, en gaf daarom aan het blaauwzuur den naam van acidum hydrocy unicum y hetwelk geheel zuiver

eene