54-8 IETS OVER. HET INWENDIG GEBRUIK

hadden gedacht. Hij (namelijk magendie) had bevinden, dat de ademhaling en bloedsomloop, gedurende een' geruimen tijd , ongehinderd voortgingen bij die dieren, welke door het gebruik van dit middel hunne gevoeligheid en het vermogen van hunne fpiervezels zamen te trekken verloren hadden, en deze waarneming bragt hem op het denkbeeld, dat men het blaauwzuur met veel nut zou kunnen gebruiken, bij eene te groote gevoeligheid en prikkelbaarheid , vooral wanneer deze beide ziekelijke eigenfchappen zich in de werktuigen der ademhaling of bloedsomloop vertoonen, zoo , als dikwijls plaats heeft. Hij en anderen hebben dan ook dit middel tegen krampachtigen hoest, aamborftigbeid, kinkhoest, ja zelfs tegen ontfteking der longen, aanbevolen en laten gebruiken, terwijl men nimmer eenige nadeelige uitwerking van dit middel, behoorlijk bereid en verdund, heeft befpeurd.

Onder de geneeskundigen van dezen tijd, die zich met het onderzoek naar de uitwerking van dit nieuwe middel hebben onledig gehouden, mag men in de eer. ile plaats noemen den Engelfchen geneesheer a. b. granville, lijfarts van den hertog van Clarence. Deze geeft ons de volgende befchrijving van de uitwerking, welke dit middel op het menfchelijk ligchaam in het algemeen uitoefent : het blaauwzuur bezit een bijzonder narcotiesch vermogen en overtreft zelfs te dezen opzigte het opium. Wanneer men hetzelve aan iemand toedient, wiens krachten of door ziekte of door andere middelen, reeds gedeeltelijk zijn uitgeput, oefent dit zuur deszelfs vermogen in het bijzonder op het zenuwgeftel uit. De prikkelbaarheid van alle deelen des ligchaams vermindert , de fnelle bloedsomloop wordt trager en de aanvallen van koorts nemen af. Is er een drooge hoest aanwezig, als dan volgt er eerst expectoratie en daarna verdwijnt de hoest 'zelf. De Opgewekte gemoedsgefteldheid wordt weldra rustig, de fpraak wordt bedaard, het gelaat wordt kalm, de pijn houdt op, de zieke ontwaart een aangenaam gevoel, de flaap overvalt hem, de ademhaling gaat geregeld voort en de bloedsomloop is minder fnel dan te voren. Somtijds is het narcotiesch vermogen zoo groot, dat de zieken, zoo als zij zeggen, zich zelve flechts half levend gevoelen. De krachten fchijnen geheel en al te zijn uitgeput, de geestvermogens zijn neergedrukt,