van het blaauwzuur in sommige ziekten. 351

daarmede omzigtiger dan met eenig ander geneesmiddel moet te werk gaan. Het eerfte vereischte is, dat het zuur met eene genoegzame hoeveelheid water verdund zij, zoo als reeds hier boven gezegd is. Vervolgens is het van het grootlte belang, dat dit middel niet worde voorgeschreven met andere middelen, welke hetzelve kunnen ontbinden. Plantaardige zelfftandigheden doen dit zuur niet aan, en men kan het daarom gerust voegen bij aftrekfels en afkookfels van planten, bij ftropen, enz. Dit zuur ontbindt de meeste zouten, welke men in de geneeskunde gebruikt, en in het bijzonder die van het fpiesglas en vaa de foda, welke derhalve nimmer bij hetzelve kunnen gevoegd worden. Met de loogzoutende aarde verbindt zich ook dit zuur; doch de verwantfchap tusfehen het laatfte en de eerfte is gering. Met het vlug-loogzout maakt dit zuur een bijzonder zout, hetwelk men, volgens het gevoelen van fommigen, zou kunnen gebruiken, wanneer men iemand eene groote hoeveelheid blaauwzuur wilde toedienen. Nimmer moet men dit zuur met een uit zwavel zamengefteld middel voorfchrijven, omdat er alsdan eene fcheikundige ontbinding plaats heeft, terwijl men het daarentegen veilig met andere verlterkende middelen, koorts-bast, enz verbinden kan.

De hoeveelheid blaauwzuur, welke men dagelijks kan laten gebruiken, moet natuutlijk zeer klein zijn , en verfchilt naar gelang van den ouderdom, gefteldheid, enz. der lijders. Granville voegde gewoonlijk van 4 tot 6 druppels bij eenig ander vocht en liet hetzelve dagelijks gebruiken, met er van tijd tot tijd eenen lepel van te doen nemen.

Even gunftig, als granville, denkt de beroemde Engelfche geneeskundige a. t. thomson , over de werking van dit middel, hetwelk hij federt het jaar J817 in zeer onderfcheidene gevallen heeft gebruikt. Deze is van gevoelen, dat het blaauwzuur, in de maag opgenomen, door middel der zenuwen deszelfs werking op het vaatgeftel uitoefent, daar het de gevoeligheid der eerlte vermindert of wel geheel vernietigt, wanneer het in eene groote hoeveelheid wordt gegeven. Nimmer zag hij , dat eene prikkelende of opwekkende werking de laatstgenoemde voorafging, en hij noemt dit eene kenmerkende eigenfehap van dit zuur, waardoor het van alle andere mrcoikfchc middelen

ver-