g82 ODE OP DEN BEROEMDEN PRUISSISCHEN HELD

ODE OP DEN BEROEMDEN PP UISSISCHEN HELD G. L. FON BLUCHER, PRINS FAN fFAGSTADT. (*)

De Spree, met ingezonken oogen.

Zag, twijfelend, bij zulk een' hoon, Of ook een droom haar had bedrogen,

De taning van der Pruifen kroon. Ze ontdekt de Gallifche adelaren, En dubt of't zilver van haar baren

De ftad van fredrik wel omving. Nog bloost ge, fchoon ontelbare ooren Thans Pruifen's wapenroem weêr hooren,

Berlijn! om die vernedering.

Europa! Iaat uw' lofgalm hooren,

En roem den held, wiens ijz'ren vuist 't Verduisterd volkenregt doet hooren,

Den dwang in eigen nest vergruist. O blucher ! 'k zie voor uwe fchreden, Hec hoofd omkranst, de zege treden,

Wier arm zich aan uw zwaard verbindt. De fchrik van God ftort op de Gallen, Zij deinzen, wijken, vlugten, vallen,

Gij komt en ziet en overwint.

Wat

(*) Deze Ode weid door my in 1814 vervaardigd. Mogt zjj m a]s eene hulde, den grooten man, die haren inhoud uitmaakt, onlangs geftorven zynde, door mil zijner nagedachtenis toegebragt, worde» befebonwd.