4tjQ .«ET LEVEN VAN MADAME ELIZABBT».'

hemden, ten einde zorgvuldig te overwegen, welk eene partij het, in (tonden zoo gevaarlijk, te kiezen had. In het ontwerp van het vertrek naar Montmédy werd zij ingewijd, en deelde in de vermoeijenisfen, de gevaren en de vernederingen van deze reize. Madame elizabeth heeft naderhand verzekerd, dat een geheim voorgevoel, van het oogenblik der afreize reeds af, haar die noodlottige tegenhouding had doen vreezen, en dat zij zelfs meende een' der bevelhebberen van de nationale garde herkend te hebben, die, door de duisternis begunftigd, zich in de galerij had weten te verbergen, door welke de koning en zijn gezin, de Tuillerien verlatende, trekken moesten. Teruggekeerd, in het midden van hare (tokbewaarders , vond madame elizabeth, minder dan de koning bewaakt, 'middel om, met behulp van eenige getrouwe dienaren, -eene onafgebrokene briefwisseling met de prinfen hare broeders te onderhouden, die, bij verfchillende tijdperken , uit Frankrijk geweken waren.

De gevaren vermeerderden ondertusfehen van dag totdag, doch haar moed, .vroomheid en onderwerping, fchenen te zelfden tijde insgelijks toe te nemen: de dag van den ae> Junij 1792 deed al die deugden in vollen glans wederom uitblinken. Een toomeloos graauw, van alle kanten in de vertrekken der Tuillerien doorgedrongen zijnde, om het uiterfte geweld tegen de koninklijke familie te plegen, verfebeen madame elizabeth aan de zijde dés konings voor de oproerigen. Men hield haar voor de koninginne, en reeds bedreigde haar het ftaal der monfters, zonder dat zij er eens aan dacht , om hen van die dwaling af te brengen. ' Een van hare ftalmeesters, de ridder de st. pardoux, wierp zich voor die kannibalen, uitfehreeuwende: „ neen! gij be„ driegt u, het is de koningin niet." ,, Waarom ," zeide madame elizabeth, hen niet iri die doling „ gelaten, gij zoudt hun hierdoor eene veel grootere mis„ daad uitgefpaard hebben." Gedurende drie uren deelde zij in de gevaren van den koning, en de (landvastigheid van hare ziel begaf baar niet.

De tiende Augustus volgde fchielijk op dien affebu■ welijken dag: in het midden van moord en brand verliet madame elizabeth, met den koning en het koninklijk gezin, de Tuillerien, om zich. naar de natie»1 naie vergadering heen te begeven, bij die muitzuchti-

gen,