GOEDE GEEST.

Er zijn uitdrukkingen, die oorspronkelijk een diepen zin hebben gehad, doch door veelvuldig gebruik een ijdele klank, een stopwoord werden; uitdrukkingen, welker beteekenis daardoor eeno schaduw der oorspronkelijke werd. Tot dezulke zal „goede geest' misschien ook eenmaal behooren, want die uitdrukking wordt nog al eens gebezigd; zelfs de grootste materialisten, die, om consequent te zijn, alles wat naar geest zweemt moeten ontkennen, hoort men ze gebruiken. Gedeeltelijk is voorzeker de beginletter der beide woorden daarvan de oorzaak; door eene ongezochte allitteratie toch krijgt eene uitdrukking licht burgerrecht. Gedeeltelijk is het ook de behoefte aan eene uitdrukking, die alles in zich vereenigt, wat men niet in exacte termen zeggen kan. En eindelijk de vergissing van velen, die meenen dat in het gebruik van conventioneele uitdrukkingen redenaarstalent verborgen ligt.

Zelfs de materialisten — aan wie een ieder gaarne hunne inconsequentie zal willen vergeven — zullen het met mij eens zijn, dat, wanneer er sprake kan zijn van een goeden geest, er ook plaats is voor een slechten. In bijzondere gevallen is het dikwijls moeielijk hunne oorzaken op te sporen. Het is echter wel mogelijk na te gaan wat in het algemeen, zoo niet goeden geest zal bevorderen, dan toch slechten zal voorkomen. Voornamelijk en natuurlijk heb ik hier het oog op den geest aan boord onzer scheperEen schip is een geheel. Iedereen aan boord is een deel van het geheel en moet zijne plaats in het geheel, in het samenstel begrijpen. Evenals bij den mensen moet in dat samenstel de geest het lichaam regeeren, besturen. Dien geest moet een ieder kennen

25