marinebegrooting voor het dienstjaar 1888.

437

Werd een buitenlandsch verlof verleend aan 4

Werden ontslagen wegens lichaamsgebreken ...... 2

Voor zoover de opgaven inkwamen van de Commissarissen des Konings in de verschillende provinciën werd aan 65 zeemiliciens, die met onbepaald verlof huiswaarts keerden, vergunning verleend tot uitoefening van de buitenlandsche zeevaart.

Van de lichting van 1887 hebben zich, na aftrek dergenen die buiten oproeping bleven, 1842 personen ter inlijving bij de zeemilitie aangemeld, als:

Friesland 211

Groningen 169

Drenthe 43

Overijssel 122

Gelderland 154

Utrecht 60

Noordholland 560

Zuidholland 353

Zeeland 114

Noordbrabant 53

Limburg 3

Totaal . . . 1842

Daar echter, volgens art 5 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad N°. 72) niet meer dan 600 lotelingen bij de zeemilitie mogen worden toegelaten, werden naar eene evenredige verdeeling, overeenkomstig art. 3 van Zijner Majesteits besluit van 25 Februari 1887 (Staatsblad N°. 40) , voor den dienst ter zee bestemd, uit:

Friesland 69

Groningen 55

Drenthe 14

Overrijssel 40

Gelderland 50

Utrecht 20

Noordholland 182

Zuidholland 115

Zeeland 37

Noordbrabant 17.

Limburg 1

Totaal ... 600

IVe Afdeeling.

Het eindcijfer dezer afdeeling bedraagt f 1 83 3 072 6 63, tegen /■1 829 127 in 1887, 6 6 J ' &