BEHANDELING VAN HET WETSONTWERP.

525

hunne geïsoleerde standplaats en hierdoor verplichte kostbaarder levenswijze, daartoe in aanmerking moesten komen; zoomede op de aanstelling van een hoofd der kustwacht te Kamp (Noordholland), noodzakelijk gebleken voor de goede uitoefening van den kustwachtdienst."

Wanneer wij van dezen post aftrekken hetgeen noodig is voor het aanstellen van een vasten opzichter te Delfzijl en Watum, voor vermeerdering van het wachtpersoneel aldaar en voor het aanstellen van een vasten opzichter te Vlieland, dan blijft er_ voor verhooging van traktement van die enkele kustwachters weinig over. Uit de onderdeelen van dit artikel blijkt dan ook, dat het bedrag dier verhoogingen zeer gering is. Ik waardeer het echter, hoe weinig ook; het is althans iets.

Waar ik het woord voer ter verdediging eener gewenschte verbetering van het leven van den lichtwachter, denk ik niet in de eerste plaats aan die, welke wij op de begrooting vermeld vinden voor een salaris van f200 a f300 per jaar. Ik meen te mogen veronderstellen — en ik weet het ten deele ook — dat die menschen nog andere werkzaamheden bij hunne betrekking kunnen waarnemen en zij die ook op hunne standplaatsen kunnen vinden. Zonder echter deze menschen geheel buiten rekening te laten, wensch ik vooral te spreken van die kustwachters, die f350 a f400 per jaar hebben, en wien het niet mogelijk is eenig ander bedrijf bij hunne betrekking uit te oefenen, omdat zij geregeld in dienst, steeds beschikbaar moeten zijn en zij van de lichttorens waaraan zij zijn verbonden niet weg kunnen. Deze menschen moeten van een salaris van f350 a f400, nog niet f7 en f8 per week, leven. Zij hebben bovendien eene zeer verantwoordelijke betrekking; van hunne nauwgezetheid, beleid en oplettendheid hangt zeer veel af.

Ik wensch daarom den Minister te vragen, of hij niet met mij van oordeel is, dat zelfs f400 — nauwelijks f8 per week — eene veel te geringe bezoldiging is? Gering met het oog op de verantwoordelijke betrekking, gering ook in verhouding tot de meest bescheidene behoeften welke een gezin zich stellen kan. _ Hierbij ma°- tevens wel in 't oog worden gehouden, dat zij niet in, maar meestal ver van de kommen der gemeenten of dorpen wonen, wat hunne positie zeker niet veraangenaamt.

Er is, dunkt me, weinig rekenkundige kennis voor noodig om te kunnen nacijferen dat een gezin — en dat hebben die personeu in den regel, hunne woningen zijn er trouwens ook op ingericht — van f8 's weeks slechts heel sober leven kan, en dat in zulk een gezin voortdurend gebrek moet zijn aan de meest dringende levensbenoodigdheden.

Daarom nog eens; acht de Minister het niet hoogst wenschelijk om het salaris van de lichtwachters te verbeteren ? Er zijn er niet bijzonder veel; in dit geval een voordeel, in zooverre eene verhooging van hunne inkomsten geene zoodanige verhooging van de Marinebegrooting kan uitmaken, dat de Kamer er bezwaar tegen zou hebben die gelden toe te staan.