14

HET SPOETBLAD.

nietigt door niets te doen — is de weerlegging niet waard. Waar staat dat in de Engelsche spelregels ?"

De poging is dan nog een zeer zwakke; want waar de Eedactie aan 't weerleggen zal gaan, verklaart zij alleen dat het de moeite niet waard is! Voorwaar, een fraaie wijze van debatteeren!

Ik heb beweerd dat een scheidsrechter, welke pertinent een andere beslissing dan de grensrechter geeft, hierdoor reeds stilzwijgend diens beslissing vernietigt en dat dit reeds voor het „vernietigen", in art. 13 bedoeld, kon gelden en ik wil volgaarne de Eedactie mededeelen wat het Engelsch reglement hieromtrent zegt; maar de Eedactie, thans zoo belangstellend wat hier wel in staat, kome in haar repliek dan ook niet beweren dat zij dit Engelsch reglement van niet de minste waarde acht voor de uitlegging van onze spelregels!

Sprekende over de grensrechters wordt gezegd:

„Two linesmen shall be appointed, whose duty (subject to the decision of the Eeferee) shall be to decide" etc.

Hier geeft dus het reglement uitdrukkelijk aan dat de grensrechterlijke uitspraak is onderworpen aan dien van den scheidsrechter; onze vertaler heeft, wij hebben het uit den allerbesten bron, hetzelfde willen uitdrukken, doch is door van „vernietigen" te spreken, wat minder gelukkig in zijne woordenkeuze geweest. Dat echter door dit minder gelukkig, nog niet eens bepaald onjuist, gekozen woord een geheele ommekeer zou zijn te weeg gebracht èn in den taak van den grensrechter, èn in de verhouding tusschen scheids- en grensrechter, dat kan niemand, zelfs niet de Eedactie van Het Sportblad, ons wijs maken!

In de toelichting van het Engelsch reglement lezen we verder:

„Linesmen have only the following points to attend to, advise the Eeferee when the ball is out of play" etc.

Kan 't duidelijker, M. d. E. ?

Voor het overige vallen geen argumenten te weerleggen en willen we omtrent de zaak zelve nog slechts dit opmerken :

Waar in een dergelijk belangrijk en dage'lijksch voorkomend geval de meeningen zoozeer uiteenloopen, daar zou het zeker loonend zijn wanneer de beste scheidsrechters in den lande zich eens de moeite wilden geven hun opinie kenbaar te maken. Zonder anderen voorbij te willen gaan, zou het mij (waar het oordeel van de hh. de Meijere, als scheids¬

rechter byj den betrokken wedstrijd en waling, blijkens het vorig nummer van het Sportblad, reeds als bekend mag worden verondersteld, en de h.h. v. d. Berg en Wijnands, als bij de partijen betrokken, mogelijk niet geheel onbevooroordeeld zijn) bijzonder aangenaam zijn, indien b.v. de h.h. Brouwer, Dijxhoorn, Dikkers, Van Eldik, Engelberts, Erdman, Van Gelder, Groothoff, Hinlopen, Oosterveen, Vermeulen en Wijnmalen openlijk de navolgende vraag wilden beantwoorden :

„Wanneer ge als scheidsrechter duidelijk en zichtbaar hebt kunnen constateeren dat de bal voortdurend in het spel is gebleven, zijt ge dan gehouden een gemaakt doelpunt ongeldig

te verklaren, op grond dat de grensrechter u na het maken van het doelpunt komt mededeelen, dat de bal naar zijne meening even te voren over den doellijn is geweest en dat hij hiervoor het sein (vlag opsteken) heeft gegeven, voordat de bal in het net was, en dient ge den bal dan op te gooien?"

Ik geloof dat de vraag zuiver is gesteld, »J geeft althans letterlijk het geval in kwestie weer.

De Eedactie zal, nu we toch den komkommertijd naderen, zeker wel de welwillendheid hebben hare kolommen voor een kort antwoordje van deze heeren open te stellen, terwijl, indien hun dit noodzakelijk voorkomt, de Eedactie gemachtigd is, mijn naam aan ieder hunner mede te deelen.

En thans Bondsbestuur en Protest-Commissie.

Ik wil de Eedactie niet beschuldigen opzettelijk aan hare lezers een verdraaide en verkeerde voorstelling der feiten te hebben gegeven, maar wel kan zij dan het verwijt niet ontgaan een groot oordeel te hebben over zaken, waarvan zij zeer kennelijk niet voldoende afweet.

Het B.B. heeft de P.-C. volstrekt niet alleen in overweging" gegeven het protest niet nader in behandeling te nemen, ik wil dit als bijzaak zelfs geheel buiten beschouwing laten, maar het eerste vonnis der P.-C, gewezen op grond van de stelling: „de bal is dood, op het oogenblik dat de grensrechter zijn sein heeft gegeven, ook zonder bekrachtiging door den scheidsrechter," is, blijkens de officieele en openbaar gemaakte stukken door het B.B-, als in strijd met de spelregels, wel degelijk gecasseerd krachtens art. 154 H. E.

Daar men echter tegenover de door het B.B. in het ongelijk gestelde partij in het algemeen al buitengewoon onbillijk zou behandelen met haar nu het protest voor goed te doen verliezen, is het steeds gewoonte geweest een gecasseerd vonnis naar de P.-C terug te wijzen, om deze, met in acht neming van de gevallen cassatie, te doen onderzoeken of zich thans mogelijk nieuwe rechtsgronden voordoen waarop zij meent hare beslissing alsnog te kunnen handhaven, dan wel of zij thans een andere beslissing moet nemen.

Zóo is het artikel steeds begrepen en in praktijk toegepast: en dezelfde loop zou het onderhavige protest gehad hebben, wanneer niet de P.-C. ondanks de gevallen cassatie haar tweede vonnis had gewezen op juist dezelfde rechtsgronden als het eerste. Is het de Redactie thans duidelijk wat ik bedoelde met: „de orders van het B.B. op te volgen'\ en „te handelen zooals dit lichaam wenscht?" „

Nog duidelijker komt de houding der ' uit bij het protest Olympia versus Sparta. door de vereeniging Olympia in den loop v*g het seizoen ingediend protest werd door P.-C niet nader in behandeling genomen J£ grond dat de vormen niet behoorlijk ^n&Ce0 genomen waren. Olympia ging in cassatie het B.B. oordeelende dat de vormen wel w^ nageleefd, vernietigde het gewezen vonnis, t daar het nu toch moeielijk aangaat het pr°