HET SPORTBLAD.

28

Op len Kerstdag speelde E.D.O. te Antwerpen tegen de Antwerp F.C. en verkor met 2—0; den volgenden dag werd tegen de Athletic R.C B. 0—0 gespeeld.

Het League Bestuur he. ft in zijn jongste bijeenkomst een uit zes artikelen bestaand decreet uitgevaardigd, hetwelk de Engelsche scheidsrechters in het vervolg tot richtsnoer zal moeten strekken.

Verreweg het belangrijkste, doch o. i. ook het meest gevaarlijke is het voorschrift dat een scheidsrechter zoo min mogeliik behoort in te grijpen en lichte, technische fouten over het hoofd behoort te zien. Kleine en twijfelachtige overtredingen voortdurend te straffen, maakt een slechten indruk, enerveert de spelers en bederft het genoegen der toeschouwers.

Wij stellen hiertegenover onze meeniug dat wetten geschreven zijn om ze te handhaven, niet om er de hand mee te lichten ; dat het opvolgen van bovenstaand voorschrift noodzakelijk een verschillende toepassing door onze rechtsprekers zal te weeg brengen, waar de een het uitgebreid, de ander het beperkt opvat; dat de spelers, die nu eenmaal de regels niet uit de boeken maar op het veld leeren, op deze wijze nooit een behoorlijke dosis wetenschap zullen opdoen, waar zij de eene maal een vergrijp wel de andere maal een zelfde vergrijp niet zien straffen; dat juist kleine vergrijpen (mits het maar vergrijpen zijn) terstond behooren te worden gestraft om de grootere tegen te gaan, terwijl een opvolging van het decreet waardoor alleen beduidende vergrijpen gestraft worden, als noodwendig gevolg beduidende ongelukken met zich zal voeren.

Ons doet een dergelijk voorschrift in zijn gevolgen denken aan het dempen van de put als 't kalf verdronken is, en hoe gaarne en volledig wij ook de superioriteit van het League Bestuur aan een Sportblad-Redactie toegeven, toch hopen wij dat men hier te lande op dit punt onze overzeesche buren eens niet navolgt; de concessies bij de laatste spelregelwijzigingen gedaan, de voortdurende toevoeging, waar het overtredingen geldt, van het woord „opzettelijk", zijn naar onze meening ruimschoots voldoende en voorkomen alle overdrijving.

De overige voorschriften zijn van minder ingrijpenden aard.

Ze vestigen speciaal de aandacht van de scheidsrechters op het buitenspel artikel, doch er wordt aan toegevoegd dat een zich in buiten spel positie bevindend speler door dit feit alleen niet strafbaar is, doch slechts wanneer hij zich op de een of andere wijze in 't spel mengt.

Overtredingen van de art. 9 en 12 moeten opzettelijk geschieden, willen zij gestraft worden.

Den scheidsrechters wordt aanbevolen zich gestrenger te gedragen ingeval wangedrag van spelers, officials of toeschouwers.

Ingeval scheidsrechtere een bepaalde en ingrijpende overtreding niet hebben kunnen zien en de grensrechter vestigt er hunne aandacht op dan behooren zjj het advies van den grensrechter te volgen, speciaal wanneer neutrale grensrechters dit ambt vervullen.

In plaats van den Heer D. Erdman, aftredend, is tot secretaris der H.V.V. de Heer H. A. Tromp te Voorburg gekozen.

Ingezonden,-

Mijnheer de Redacteur.

Vergun mij s.v. p. eenige ruimte naar aanleiding van het Ingezonden stuk van den heer Harterink in het vorig Sportblad.

Van Ingezonden «tukken heb ik anders een zeer grooten afkeer, maar omdat de heer H. hier een kwestie aanroert, die in zeer nauw verband staat met mijn goede naam en eer, noodzaakt hij mij tot spreken. Ware dit laatste niet het geval, ik zou den heer H. niet geantwoord hebben, en wel om deze reden, dat de heer H. in zijn klacht over de bewuste declaratie bij den heer Hekkenberg de perken der wellevendheid heeft overschreden.

In dat schrijven heeft hij mij nl. bestempeld met het woord individu. In de Correspondentie met den heer Hekkenberg heb ik dan ook verklaard, dat ik het verre beneden mij achtte een persoon, die zich op zoo verregaand insinueerende wijze doet kennen, ook maar eenigzins te woord te staan.

Waar spelers bij Reglement verplicht zijn den scheidsrechter fatsoenlijk te behandelen, daar mag men dat toch in de eerste plaats verwachten van iemand, die zelf scheidsrechter is. Den heer H. geef ik dezen raad — hij zij er dan van gediend ja dan neen : — »Als U weer eens eea klacht indient, wees dan altijd netjes en fatsoenlijk in het kiezen van Uw uitdrukkingen en doe dit met des te meer omzichtigheid, als U schrijft in de hoedanigheid van Secretaris van eene Vereeniging. Want dit laatste legt U verplichtingen op, waarvan ge U schijnbaar niet bewust zijt geweest." Maar nu de zaak zelve: De heer H. haalt een zinsnede uit mijn schrijven aan den he^r Hekkenberg aan en wel deze : „dat ik niet ten allen tijde een diner kan laten opbrengen vooral als u (de Heer Hekkenberg) weet dat 2 uur de gewone etenstijd is." In zijn gedachten voegt hij dan tusschen 2 uur en de gewone etemtijd in, de woorden in Utrecht. Als de heer H. wat invoegt, moet hij zich afvragen: Is dit het eenige wat ingevoegd kan worden, of is er nog iets anders mogelijk? Welnu, er is nog iets anders mogelijk, en mijn bedoeling is geweest, dat in mi/n kósthuis 2 uur de gewone etenstijd is. Of verder „het etensuur in allen gevalle zeer gemakkelijk kan worden verzet" is een zaak, waar mijn hospita en ik over zullen praten, zoo mij dit wenschelijk voorkomt, maar waarin de heer H. verzocht wordt zijn neus niet le steken.

En ten Blotte nog eenige woorden over het door den heer H. genoemde eventueel scheidsrechteren in Utrecht zelf. Wat ik dan zal declareeren, daar heb ik gerust nog nooit over nagedacht. Maar ik denk, dat ik voor dat geval mp hospita zou verzoeken mijn middageten om half 2 in plaats van om 2 uur te willen opbrengen. Ik zou dan zeer zeker nog