6

HET SPORTBLAD.

2e Klasse D.

1 Oct. Tubantia—ZA.C CR. Drijver.

„ n t H-D-.n~P'W- 11 F. W. N. Hugenholtz.

8 Oct. Oranje Nassau—U.D. II

15 Oct. P.W. Il-Oranje Nassau .'

22 Oct. P.W. II-Z.A.C

29 Oct. Tubantia—U.D. II .

DISTRICT III.

2e Klasse.

1 Oct. Achilles-Frisia P. A. de Haan.

15 Oct. Velocitas—Be-Quick

29 Oct. Frisia—Velocitas \

De aanvankelijk op 1 Oetober vastgestelde wedstrijd Antoni—Velocitas II moest tengevolge van eene noodzakelijke verschikking in het programma voor dien datum vervallen.

Het programma der 3e klasse wordt later gopubliceard. Deze klasse vangt den 8 Oetober aan.

De wedstrijden worden steeds gespeeld op het terrein der eerstgenoemde vereenigingen. De scheidsrechters na den len Oetober worden later gepubliceerd.

J. HYLKEMA,

Secretaris-Penningmeester.

NOTULEN der Bestuursvergadering van Zaterdag 23 September 1905, des avonds ten 8 ure in Suisse te Amsterdam gehouden.

Aanwezig zijn bij de opening de Heeren J. Warner, J. W. de Goeje, C A. W. Hirschman, J. G. Coster, O J. Bronkhorst, J. J. van den Berg en J. C. W. Gratama, bestuursleden en J. Hylkema, secretaris-penningmeester.

Notulen der vorige Bestuursvergadering.

De opmerking wordt gemaakt, dat uit deze notulen bij de vermelding van het voorstel des heeren Bronkhorst tot het doen inkrimpen van de westelijke le klasse competitie tot 8 vereenigingen is te lezen, dat de heer Gratama dit voorstel ondersteunde, terwijl deze alleen bedoeld heeft het daarmede in verband staande voorstel van hetzelfde bestuurslid, betreffende het openstellen van de beker-competitie ook voor le klasse clubs dür afdeeling.

Eene desbetreffende toelichting zal worden opgenomen in de notulen.

Tevens zal het jaartal van het door den heer Oosterveen geschreven verslag over het" jaar 1901/2, dat in die notulen onjuist werd vermeld, worden gerectificeerd. Eindelijk wordt er op gewezen, dat het aan het hoofd van het officieel orgaan, d.d. 22 September 1905, vermelde Bestuursbesluit, betreffende het doen aanvangen van het seizoen op 24 September, niet een besluit van de laatste bestuursvergadering is.

Bedoeld besluit dateert reeds van eene vroegere vergadering.

Ten slotte maakt de heer Coster nog do opmerking, dat de notulen, zooals ze gepubliceerd werden, s; iet voldoende den aard der besprekingen en de overwegingen, die b« de genomen besluiten hebben voorgezeten, weergeven.

Deze opmerking ten opzichte van de tot nu toe gevolgde wijze van notuleeren, werd reeds meermalen gemaakt, zoodat den schrijver der nu bedoelde notulen geen verwijt mag treffen, daar kon worden verondersteld, dat hij nog niet voldoende op de hoogte was van de usances en zich daarom gericht had naar de wijze, waarop zijne voorgangers te dien opzichte gewerkt hadden.

Er bestaat echter op het oogenblik gereede aanleiding om met die gewoonte van het publiceeren van een uittreksel te breken.

De heer Warner stemt hiermede in, ofschoon steeds een bezwaar zal blijven bestaan.

Het zal niet altijd mogelijk zijn, van alle gevoerde gesprekken een letterlijk verhaal te doen, wat ten slotte ook niet aanbevelenswaardig is.

Hij meent echter, dat de notulen der vergaderingen dienen weer te geven wat besloten is en welke motieven daartoe geleid hebben.

De andere bestuursleden kunnen zich met de meening der beide sprekers vereenigen en den secretaris-penningmeester wordt opgedragen, zich aan den uitgesproken wensch te houden.

Mededeelingen van den secretaris-penningmeester.

Naar aanleiding van een zich voorgedaan hebbend geval van royement en rehabilitatie binnen een week na mededeeling van de royeering door de betrokken vereeniging, wordt in verband met de vraag, of een geroyeerd lid, tevens lid zijnde eener andere vereeniging, voor deze mag spelen, zoolang van derehabilitatie goen officieele mededeeling in het orgaan door den secretaris-penningmeester is gedaan, besloten, de publicatie in het orgaan als maatstaf aan te nemen, zoodat iemand, wiens royement is gepubliceerd in het O.O., niet mag uitkomen voor eene andere vereeniging, zoolang van de rehabilitatie niet op dezelfde officieele wgze