10

HET SPORTBLAD.

Binnenland

De Troonrede.

_ Z. M. Koning Voetbal sprak Zondagmorgen bij den aanvang van het voetbalseizoen 1905/06 de volgende openingsrede uit:

Mijne Heeren!

Het verheugt mij weder te midden der vertegenwoordigers van de Nederlandsche Voetballers te mogen te vertoeven.

De algemeene toestand van den Nederlandschen Voetbalbond zoowel als van de plaatselijke en gewestelijke bonden, geeft in menig opzicht reden tot tevredenheid.

Omtrent den toestand der terreinen luiden de berichten, over het geheel genomen, bevredigend, ondanks de schade door het voortdurend bespelen en de nadeelige weersinvloeden berokkend.

De beweging voor volksvoetbal in Nederland neemt toe.

Intusschen laten hier, evenals elders de uitkomsten van deze beweging nog steeds te wenschen over. Hetzelfde geldt ten aanzien van het voetbal onder de militairen.

Verschijnselen zijn waar te nemen, die weder op eenige verbetering van de publieke belangstelling wijzen, en de militaire muziek bij de wedstrijden der Haagsche Voetbal Vereeniging blijkt een groote aantrekkingskracht te bezitten.

De houding van sommige „Sportblad"redacteuren heeft ons genoodzaakt tot een krachtdadig optreden, hetgeen echter tot ons leedwezen niet de goedkeuring der Staten-Generaal heeft mogen verwerven.

Ook de benoeming van een nieuwen SecretarisPenningmeester heeft in den lande geen onverdeelde instemming kunnen vinden. De uitstekende toestand waarin zich op het oogenblik de administratie van den Nederlandschen Voetbal-Bond bevindt, waarvan de verschillende clubpenningmeesters kunnen getuigen, bewijst echter voldoende dat deze ambtenaar een bij uitstek geschikt persoon is geweest voor het lastige ambt waartoe hij geroepen was.

Zijn opvolger bevelen wij in uw aller welwillendheid aan:

De Scheidsrechters vervulden hunne taak op hoogst verdienstelijke wijze. Met dankbare waardeering gedenk ik, wat in verschillende deelen van ons land door de Pers- en Propaganda commissie werd verricht.

Van den ijver en de toewijding van de leden der meeste commissieën kan ik eveneens met lof gewagen.

De betrekkingen van Nederland met de andere mogendheden bleven zich ook dit jaar kenmerken door het gewenschte vriendschappelijke karakter. Met België werd een overeenkomst getroffen, om behalve den jaarlijkschen wedstrijd om den van Abeele beker te Antwerpen, ook in ons land telken jare een wedstrijd tusschen twee

vertegenwoordigende elftallen der beide mogendheden te doen houden.

Met dankbaarheid herdenk Ik de gewaardeerde belangstelling van „Het Rotterdamsch Nieuwsblad," dat voor dezen wedstrijd een fraaien, zilveren beker beschikbaar gesteld heeft.

Nadat in het vorige jaar hiertoe reeds eenige vergeefsche pogingen waren in het werk gesteld, trad dit jaar ons land tot de Internationale Voetbal Unie toe.

Met welgevallen herdenk Ik den arbeid, ten deze opzichte door onzen Minister van Buitenlandsche Zaken verricht.

Op het gebied der wetgeving wordt uwe medewerking gevraagd zoowel voor de reeds door de afgetreden ministers ontworpen, als voor nieuwe voorstellen.

Het inwerking treden der nieuwe wijzigingen in de spelregels zal zooveel mogelijk worden bespoedigd. De aanhangige wetsontwerpen betreffende de verhouding van de plaatselijke en gewestelijke bonden tot den Nederlandschen Voetbal Bond, de regeling van het bewijs bij protesten, en de wet regelende de organisatie van het scheidsrechterscorps zullen veel van uwe aandacht vorderen.

Het ligt in het voornemen, aan eene herziening van het in menig opzicht verouderde Huishoudelijk Reglement de hand te slaan, en enkele aanvullingen voor te stellen van het algemeene deel van het Wetboek van Strafrecht. waaronder de invoering van een evenredige boeteheffing. Reeds onder het vorige ministerie werden maatregelen hiertoe genomen maar verschillende omstandigheden, waaronder voornamelijk talrijke ziektegevallen op de Veluwe, hebben de tijdige uitvoering hiervan verhinderd.

Overigeos kunnen wij niet met onverdeelde ingenomenheid gewagen van den arbeid der commissie met de herziening onzer wetgeving belast.

De toestand van onze financiën maakt een zuinig en omzichtig beheer beslist noodzakelijk. De stijging van de opbrengst der middelen is, hoewel belangrijk, niet voldoende om het hoofd te kunnen bieden aan de toeneming der uitgaven.

Hoofdoorzaken voor het stijgen der uitgaven zijn: het steeds toenemend salaris voor een secretaris-penningmeester; het aanschaffen van een schrijfmachine, waarmede aan een dringende behoefte wordt tegemoet gekomen, en de hooge eischen gesteld door den uitgever der Staatscourant.

Plannen worden overwogen om tot een uitgave in eigen beheer van de Staatscourant over te gaan, waartoe terzijnertijd voorstellen tot verdubbeling der belastingen U zullen bereiken.

Aan uw oordeel zullen onderworpen worden regelingen voor de verplichte teruggave van gemaakte reis- en andere onkosten, indien door de schuld van een onzer functionarissen vergeefsche reizen worden afgelegd; in te voeren zoodra de vereischte middelen beschikbaar zijn.

In verband hiermede vereischt de regeling van het consulaatwezen dringende herziening.

Daar vooral bij de uitbreiding der competities en de daarmede gepaard gaande vermeerdering van werkzaamheden voor het ambt