6

HET SPORTBLAD

van een goeden wedstrijd verzekerd zou zijn. Echter was het voor de feestvierende vereenigingen minder pleizierig om zoo den eersten prijs te winnen en ter elfder ure kwam men overeen, dat Sparta zich wat zou versterken om ten minste een spannende wedstrijd te krijgen. Behoeft niet gezegd te worden, dat een en ander ging met volkomen goedkeuring van Velocitas. In plaats van een spelen van kat met muis kreeg men thans een spannenden strijd waarvan de Grouverneur der Academie bij het aitreiken der prijzen met geestdriftvolle woorden gewaagde.

Men zou nu zoo zeggen, dat de clubs voor deze uitmuntende propaganda minstens een pluimpje van de Pers- en Propaganda commissie ontvangen.

Mis — als belooning werden de heeren nog voor eenigen tijd geschorst.

We kunnen ons in den gedachtengang van het bondsbestuur moeilijk verplaatsen.

Het reglement op de seriewedstrijden verbiedt het spelen voor een andere vereeniging, tenminste met eenigen goeden wil is dit verbod er uit te halen. Een bijzondere strafbepaling hierop is in het reglement niet opgenomen, alleen zegt het reglement, dat wanneer een der artikelen niet stiptelijk wordt in achtgenomen, het bestuur art. 34 kan toepassen.

We hebben dit artikel op grond waarvan klaarblijkelijk werd gestraft eens opgeslagen en vonden tot onze verbazing het volgende. „Het is de taak van het Bestuur van den N.V.B. toe te zien dat erkende honden, vereenigingen of leden geen handelingen verrichten welke den goeden naam van het voetbal kunnen schaden. Erkende bonden, toegetreden vereenigingen, of leden, die dergelijke handelingen verrichten, kunnen door het Bestuur voor zekeren tijd geschorst worden. „Blijft nu de vraag of de thans geschorste spelers niet veel meer in het belang van het spel gehandeld hebben door te doen zooals zij deden. Ze hebben eerder den goeden □aam van het voetbal bevorderd dan geschaad en in verband met dit artikel is de straf moeilijk te rechtvaardigen.

i;We kunnen dan ook niet nalaten het genomen besluit als in hooge mate kleingeestig te qualificeeren.

Militaire Sport.

Gaarne geven wij een plaatsing aan onderstaand stuk dat onze volle sympathie heeft.

Thans nu de groote waarde der gymnastiek algemeen erkend wordt, mag het overbodig worden geacht het nut der lichaamsoefeningen te bepleiten. Doch tusschen het erkennen van dit nut en de algemeen e beoefening der gymnastie is nog een groote afstand. Voor velen van ons volk is dit woord vrijwel een klank; een groot de^l zelfs neemt nimmer aan eenige lichaamsoefeningen deel.

In dezen toestand moet noodzakelijk spoedig verandering komen en waar zeer zeker meer dan ergens anders hier het spreekwoord „Onbekend maakt onbemind" van toepassing is, daar kan slechts door eene groote daadwerkelijke propaganda deze verandering tot stand worden gebracht.

Deze propaganda zal zich moeten uitetre^ ken over het gebeele land, terwijl zij alle l*i van ons volk moet weten te bereiken, einde te voorkomen, dat de beoefening ^ gymnastiek slechts tot een erkel deel bep('r blijve.

Bg den eersten oogopslag zal ongetwip dit doel uitertst moeilijk bereikbaar w° ■»{ geacht, en dit zou ook zoo zijn, indien D onze weermacht hierbij haar machtigen sle kon bieden. _

De persoonlijke dienstplicht vereenigt ja jj lijks een 17000 tal onzer jonge manneD alle lagen des volks in de kazernes, en Efl0<! het nu gelukken een groot deel van hen v°

de beoefening der gymnastiek en sport te

r.ar> Aar, .nnlton ™ KJ™^ niof t« 1 o „ <rf>n l«

een eerbiedwaardig aantal propagandisten *u . nen vormen, welke in hunne woonplaatsen o0 het woord, maar vooral door de daad lichaamsoefeningen helpen bevorderen, en z» men het ideaal „een krachtig, weerbaar vol* weder een stap nader ziju getreden.

Het was met voorschreven doel voor ooge^ dat eene Commissie zich vormde, welke uit volgende militairen is samengesteld : ^

J. H. Albrecht, kapitein der Infanteri0 Nijmegen, Voorzitter.

H. Bierman, luitenant der Infanterie te 's-C"

venhage, Secretaris. W. F. A. Hackstroh, luitenant der Inf»flt* rie te Breda, Penningmeester.

G. C. A. Fabius, kapitein der Infanterie-

H. R. Boesec, luitenant der Artillerie. T. J. C. A. Boele „ „ Jagers. J. J. S. Brandsma, „ „ Genie.

J. G. Pabst, luitenant der Cavalerie. R. Boomsma, „ „ Infanterie. J. Harberts, „ „ Artillerie.

Mariniers.

F. van der Ven, luitenant ter Zee. , (

A. Duijnhouwer, sergeant, voorzitter " voetbalclub „Het Zesde" te Breda. j

Die commissie gaat van de meening uit, jj j vooral dwang moet worden vermeden ; dat" doel niet moet zijn de militie alleen gedure0 hun korten oefeningstijd tot lichaamsoefening te verplichten, maar dat vooral door verschillet10 maatregelen het beoefenen der gymnastiek sport buiten de diensturen moet worden beV^ derd, zoodat de militie naar huis teruggeke^ voor het vrijwillig deelnemen aan deze °eI. ningen moet zijn gewonnen, ten einde ook d<> ^ haar voorbeeld anderen op te wekken bief1 mede te werken. j

Om dit doel to bereiken stelt zij zich B , volgende (in hoofdtrekken aangegeven) ^et programma voor: j

I. Te bevorderen, dat bij elk korpsonderd6 , (Bataljon Infanterie, Afdeeling Artillerie, e*J 1 een of met rdere officieren als leiders optre^ . voor de vrijwillige oefeningen in gymn»^1 en spel buiten de diensturen. Onder bt»",^ leiding worden die spelen beoefend en gymnastische oefeningen gedaan, welke: „ ^

a. Geacht kunnen worden het meest bij

dragen tot eene harmonische licha*^ ontwikkeling. _ $

b. De vrijwillige deelname aan de oefeni0»

in de hand werken.