HET SPORTBLAD

5

Ik zie Max Offers weer rennen, ik zie Deibei zich, te vurig bgna. werpen in den strijd en daarachter de zekere Koopman tussc'ien de palen. Als je dat heerlnk enthousiaste spel zag, dat kampioenE-elftal zag spelen, dan klopte je Oostelijk hart, of je uit Arnhem kwam of uit Deventer, of uit Enschedé of Ngmegen, want je voelde: die werkers verdienen ten volle de eeretitel van Oostelijk kampioen en zij zullen zelfs in de nederlaag de eer van het Oosten weten hoog te houden.

En tü. . . ?

Na de rust hadden we wel van: „Slaap kindje slaap" kunnen zingen en dan dommelend kunnen mompelen van een nachtkaars die uitging of zoo iets. 't Ging allemaal zoo lam-lendig, och mensch.

O ja, 't was dien middag heel warm. Er mcèt immers een verontschuldiging zgn. En zeker het veld was niet gelijk en de bal was eivormig en . . . schei uit man. tchei uit, 't is net 'n wenteltrap ....

Maar geen warmte, geen bal als 'n ei, geen slecht veld kan een dergelijk ineenzakken van het spel veroorzaken. Van Sparta zeg ik weinig. Immers het was niet noodig na de rust, dat ze zich zoo inspanden, maar bij G.V.C.

Wat zouden die ouwe Vicioria-mannen teleurgesteld zg geweest; wat zou Max Offers kregel zgn geworden bjj zulk saai spel. Ik wed, Piet Schel had gevloekt en de Kanter was stilletjes weggegaan bjj 't zien van dit kip zonder-kop spel van de voorhoede of 't zwakke spel van de middenlinie. Ze zouden pijnlijk aangedaan zgn weggeloopen van het veld, waarop zij eens vol geestdrift speelden.

G.V.C. spelers, a.s. Zondag wacht jullie 'n zware, etrgd, is er een laatste kans, zoo al niet op het kampioenschap, dan toch om te laten zien, dat Oostelijke kampioenen ook nog met geestdrift en durf kunnen spelen, dat ze beter, veel beter kunnen dan ze Zondag voor een week speelden.

Pak stevig aan en hou vol. Zet door tot de laatste minuut met een kalme, stoere volharding Verwijt elkaar geen fouten, maar speel zelf beter om de fouten van anderen goed te maken.

En dan, vertrouw op elkaar. En ook ...

Laat geen oogenblik Zondag-middag de gedachte uit je kop gaan, wij spelen voor de eer van het geheele Oosten, en speel daarvoor een eerlgk, vasthoudend en vooral geestdriftig spel tot het einde.

Denk aan Victoria dat H.V.V. op eigen terrein sloeg.

Veel . . . veel succes. Tienes.

Met Ajax naar Oostenrijk-Hongarije.

Er heerschte Donderavond tegen 8 uur een buitengewone drukte aan het W.P. station te Amsterdam.

Ajsx toch vertrok naar het buitenland en menig Ajaxaanhanger maakte gebruik van de gelegenheid zijn rood-witte vrienden een vaarwel en succes toe te roepen. De volgende spelers waren aanwezig: K. v. d. Lee, Jan en Frans Schoevaart, P. v. d. Brotckè, G. Fortgens, T. Kooy, J. Grootmeger, Ziegler, L. Segl-

houwer, H. Alofs, Terwee en J. Pelser. Verder de Ajax-officials L»ttinga en G. Biuch, de trainer Kirwan terwijl het geheel onder leiding stond van Aj*x voorzitter Chr. Holst.

In de zachte kussens van onzen D.trein weggedoken ging het eerste gedeelte van dezen tocht voortreffelijk en waren alle reisgenooten ingesluimerd toen tegen drie uur 's nachts een schreeuw-grage conducteur het begin van den dag en tevens het eerste gezicht op den Rijn aankondigde. Met den slaap was het toen spoedig gedaan en werd gedurende het laatste gedeelte van den nacht en den volgenden dag doorgebracht met aangenaam gekeuvel over de schilderachtige landschappen enz. welke deze reis biedt. Vooral Kauch hield er speciaal onder de jongeren de stemming in maar toch was iedereen big toen wij Vavonds te half elf in Wien arriveerden. Met de groote Hotel-auto gingen wg' naar onze verblijfplaat?, Hotel Continental en constateerden dat bet niet alleen Nederland is waar een druilerige motregen den mensch minder aangenaam kan stemmen.

In Weenen toch was het steeds maar regen en na een flinke hap Wiener Luft was het geheele Ajax contingent om 12 uur onder de wol. Tegen negenen den volgenden dag waren allen aan het ontbijt vereenigd waarna diverse clubjes de stad intogen. Met een akelige regelmatigheid bleef het steeds regenen zoodat tegen twaalf uur de geheele schare doornat in 't hotel terug was. Na een stevig diner werd de reis naar Boedapest aangevangen. Alles verliep in de beste orde met uitzondering dat Holst aan 't station, merkte dat hij door de vele drukte alleen z'n pet opgezet had maar koffer en jas in 't Hotel achter gelaten had.

Inderdaad een schoone tocht naar Budapest en opvallend was vooral met welk een voorkomendheid wij door de Hongaren behandeld werden. Aan 't station de verbroedering. Talrijke leden van de Magyar Foolball Club waren aanwezig en welkom toe te roepen en ra met miniatuur-rijtuigjes naar 't Victoria Hotel gebracht te zijn waar zich een Hongaarsch avondeten goed liet smaken. Verschillende Hongaren kwamen ons een groet brengen, een introductie in de clubsociteit volgde welke echter vroeg eindigde daar de menschen vermoeid waren en naar rust verlangden.

Zondagmorgen 9 uur. Behalve een paar langslapers zijn allen reeds op da been en met groote verwondering worden Swift en Karei aangestaard hoevéél Hongaarsche broodjes in de magen van deze heeren verdwijnen. Reeds zija eenige M.F.C. leden aanwezig en toonen ons vervolgens de schoone natuurtafereeien welke Budapest bezit. Het fraaie paleis zeer hoog gelegen aas de Donau welke vooral onze bewondering en na een lange rijtoer stapte het geheele reis-ensemble te 1 uur aan onze verblijfplaats af. Na de lunch gingen de meeaten nog een pair uur rusten en was vervolgens Kirwan druk in de weer de beenen en spieren zooveel mogelijk in elkaar te zetten opdat de verwachting welke men hier van ons spel koesterde niet te leur gesteld worden zou. De Hongaarsche bladen geven reusachtige artikelen over de winnaars van „Le croix d'or" (sic)