HET SPORTBLAD

13

het weer in Holland zoo hemelsch was en dat ik nu hier in het land wel even gauw als daar ginds zou opknappen, was mgn eerste werk te gaan naar het terrein aan de Prinsenlaan, waar de Stade Frarcais de Roodwitte Spartanen bekampte.

Met eenig leedwezen verliet ik tegen den middag de statige deuren van mijn voorvaderlijk landgoed, alwaar ik den nacht had doorgebracht. O, wat was het er mooi en lieflijk! Mijn pen vermag U niet de zachte tinten te beschrijven, die de lente over mijn eeuwenoude bosschen getooverd had. Dat sappige groen, die bloeiende heesters en die morellenboomen in bruiloftstooi; het was alles even streelend voor het oog. En mijn neus snoof begeerig de geuren op van het jonge bottende hout en van al die teedere voorjaarsbloemen, die zoowaar bij de eerste warme zonnestralen hun hoofdjes durfden opheffen.

Maar genoeg van al dat dichterlijke.

Sparta—Stade Francais

Een leuke geanimeerde partij met veel goed voetbal. Sparta een moderne club met Engelsche alluree — gevolg van veel wrijving met onze overzeesche buren en van een Engelschen trainer — en de Stade Francais een flinke eerste klasclub, zoo van de kracht van een Hollandsch elftal van een jaar of vijftien terug. Hard, loopen, flink trappen, maar nog niet ingewijd in de fijnere geheimpjes van het spel. Verder veel Fransch enthousiasme, dat weldadig aandeed.

Sparta won met 4—1.

De Eorver deed mee en m'n oogen tintelden van blijdschap, toen ze zagen hoe Bok weer geheel de oude was. Dat was weer die onverbeterlijke kijk op het spel, dat fijne doordachte gedoe van onzen Hollandschen spil. Dat was nu alleen al weer de gang naar de Prinsenlaan waard.

0, mogen we hem toch op 26 April tegen de Belgen de Hollandsche kleuren zien hooghouden!

Elftal-commissie, 'n nobele geste, verbeter de fout, die ge tegen hem bedreven hebt. Bok hoort er in. Hij heeft recht op z n oude plaats!

Na den Goeden Vrijdag kwam de Paasch-Zaterdag zonder ea arriveerden de Paaschdagen met veel voetbal.

Daar hadden de rood zwarte V.O.C.'ers voor gezorgd. Die hebben onlangs hun 10-jarig bestaan herdacht en vierden het uu met 'n uitgezocht tweedaagsch tornooi aan den Schieweg.

Ik vertel er met graagte van.

Op hun prachtig terrein moet het voetballen een Waar genot zijn en ik stel me voor dat de spelers altijd hunkerend het signaal van den scheidsrechter afwachten om te kunnen beginnen-

Den eersten Paaschdag ving het voetbalfeest aan roet V.O.C—Leytonstone F.C, 'n Engelsche amateurclub van den rang der London Caledonians.

Dat was al dadelijk 'n flinke partij voetbal.

De feestvierende rood-zwarten hadden in de eerste helft het beste van het spel en doelpuntten tweemaal. Maar na de rust waren de bordjes verhangen en de Londenaars wisten onder de luide aanmoedigingen van hun aanhangers gelijk te maken.

Het ruwe spel van de gasten viel op en deze Engelschen maakten lang niet den goeden indruk van onze oude vrienden de Callies. Het ging er op het laatst warm toe, maar het resultaat was en bleef gelijk. Ook het draaien hielp niet en het lot had te

V.O.C. won den opgooi, maar ook de Engelschen dachten gewonnen te hebben en zoo juichten de heide elftallen geestdriftig. Eerst laat kwam er klaarheid in de gemoederen en toen deed V.O.C. als hoffelijk gastheer maar van zijn aanspraken afstand. Q gek misverstand.

Sparta—Keulen.

'n Spel van kat en muis. De Duitschers konden 3e Groot niet spelen, hoe nauwkeurig of ze ook al zu bewegingen bestudeerden. En geregeld rees de 'eoor.

De Engelschen op de tribune recapituleerden tel*ena na elk doelpunt den stand: „one, two, three, ..Ur* etc. met den nadruk ep het laatst behaalde cijfer. Ze hadden druk werk, want eerst toen het •j°zijn vol was, scheiden de Spartanen er uit. Inmiddels hadden ook de Keulenaars een viertal doelpunten "Ö elkaar weten te trappen.

Het Spartaansche kanon had druk gevuurd. Niet Blinder dan 8 kogels troffen doel. De Groot is en

blijft je ware doelpunt-apparaat!

De tweede Paaschdag begon met de weinig belangwekkende ontmoeting tusschen een versterkt tweede elftal van V.O.C. en de Keulenaren.

'n Slaperige wedstrijd en loom kropen de spelers over het veld.

Het resultaat is me waarlijk onbekend, maar ik vermeen gehoord te hebben, dat de Duitschers gewonnen hebben, waarmede ik hun bij deze geluk wensch.

Toen kwam de big match!

De Spartanen zedig in het wit gekleed, van wege dat deze Engelschen evenals zij Roodwitten zijn-

Vermelding verdient, dat eok de Keulenaars roodwitten waren, wat op deze Paaschdagen voor den chauvinistischen V.O.C.'er (waarvan gelukkig nog maar weinig exemplaren bestaan!) om tureluursch te worden was.

Deze finale heeft niet aan onze verwachtingen beantwoord.

Er werd veel te veel op den man gespeeld en dat is verkeerd. Fraai spel kwam verbazend weinig voor en in plaats daarvan trokken de spelers booze gezichten tegen elkaar. Nu liepen er bij de Engelschen een paar individuen rond, die je niet voer je genoegen tot tegenstanders behoeft te hebben. De kalme lieden in het Spartaansche elftal gingen die rauwe kerels maar voorbij en 'n man als de Korver b.v. nam zich zichtbaar in acht, niet van zins om z'n pas herstelde onderdanen in gevaar te brengen.

Maar anderen kunnen zich niet zoo gemakkelgk bedwingen en dat gaf dan nog al eens geharrewar.

Wel strafte Willing de vergrijpen die hij waarnam maar vooral na de rust ging het op het veld toch lang niet prettig toe.

In de eerste helft namen de Engelschen de leiding uit een hoekschop, die den bal al heel gelukkig in het net deed belanden.

Dit doelpunt is het eenige van den wedstrijd gebleven, ondanks het zwoegen aan beide zijden.

Vooral in de tweede helft was Sparta dikwijls stukken sterker en tweemaal fungeerde de bovenlat van het Engelsche doel voor doelman.

De Groot werd door 2 man bewaakt en kon geen been verzetten.

Tegen het eind maakte De Bruijn in de hitte van het gevecht zich aan 'n leelijk vergrijp schuldig — waarover hij thans wel spijt zal hebben — en " Willing wees hem terecht het veld uit.

Onverflauwd bleven de Spartanen aanvallen — al maakten de Engelschen het Van Driel een keer benauwd genoeg — maar het gaf allemaal niets en toen Willing het eindsignaal floot, traden de Engelschen als winnaars uit het strijdperk.

Nu ik deze regelen sohrijf hebben zij voor het gewonnen bronzen beeld ,Le Vainqueur' al invoerrechten betaald.

JAN VAN BUITEN.

H F.C.—D.F.C. 1-3.

Als de partijen omstreeks een kwartier ever twee beginnen, ziet men D.F.C. volledig en dat H.F.C. 2 invallers telt nl. voor v. d. Nagel en de Klerk, voor wie v. Essen en Sandberg invallen. Lotsy wint den toss en verkiest met den vrij sterken wind in den rug te spelen. H F.C. trapt af en brengt al spoedig eenige bezoeken bij het D.F.C. doel, doch v. Hemert zuivert telkens met verre trappen zgn doel. De voorhoede van D.F.C. zich onderiusschen ook niet stil en bezorgt Steup menig angstig oogenblikje. Lotsy speelt schitterend, nu eens schiet hij op het H.F.C.-doel, om het volgend oogenblik de achterhoede meer opluchting te geven. D.F.C. wordt langzamerhand sterker, doch kan, dank zij het goede verdedigen van Ben Verweij en Oei niet scoren. Na moei spel van de H.F.C. voorhoede, gelukt het Laan, na Bouman gepasseerd te hebben een keihard schot in te zenden, ' hetwelk v. Hemert op kranige wijze over doel stompt Tal van aanvalhn worden thans onderbroken door buitenspel. Ongeveer een kwartier voor rust gelukt het D.F.C. door toedoen van den linksbinnen, Steup te passeeren. H.F.C, niet ontmoedigd, trapt wederom af en bestormt onmiddellijk v. Hemert, maar tot doelpunten komt zijn niet, daar Barend reusachtig in vorm is. In den stand komt geen verandering meer zoodat met 1-0 voor D.F.C. gedraaid wordt.