10

HET SPORTBLAD.

trokken; de staantribune was tenminste tjokvol. Vooral het „schellinkie" is in Dordt erg D.F.C. gezind, wee hem, die iets ten nadeele van de roodwitten durft zeggen. Zjj wisten, dat Piet Bouman, de „grrroote" internationale achterspeler in de Haarlemsche achterhoede D.F.C. zou bekampen, dat moesten ze zien. Ze hebben het gezien en laat ik het aanstonds zeggen: de D.F.C. jongens hebben zich bepaald netjes gehouden. Dat ze hartelijk lachten, het soms uitbrulden van pret, als de Haarlemsche Bouman herhaaldelijk bij den neus werd genomen en tij het tegen zgn broer in de Dordtsche kleuren moest afleggen, wie zal hun dat kwalijk nemen, maar geen enkel incident is er voorgevallen.

D.F.C. heeft met 2—0 Haarlem een lesje gegeven ; de roodwitten verdienden die overwinning ten volle. Niet, omdat de spelers der D.F.C. betere voetballers waren, dan die van Haarlem, maar omdat de D.F.C.ers vinniger, fanatieker bleven volhouden en niet aanstonds, zooals de roodbroeken, de brui ervan geven, als het niet lukken wilde. De voorhoede van D.F.C. heeft op schitterende wgze over eene reeks van gemakkelijke kansen heengetrapt en met Jur Haak en Houtkooper in de voorhoede der D.F.C. geloof ik bepaald, dat D.F.C. minstens met 5 -0 gewonnen had, maar in het spel dier nog jonge broekjes zat fut, die kwamen in het veld met de overtuiging „we moeten winnen" en dat, wat Holland in het Stadion te Stockholm, Oostenrijk deed slaan, heeft ook D.F.C. het sterkere Haarlem doen overwinnen.

Beide teams misten enkele „hervorragende" spelers. Meerum Terwogt liet precies twee uur D.F.C. tegen wind aftrappen" De roodbroeken probeerden reeds aanstonds hunne trui-kleurbroeders te overrompelen en Jur Haak schoot naar doel, maar Barend stond op zijn post onder de lat. Toen kwam D.F.C. geducht opzetten; hare uitstekende middenlinie voedde de voorwaartsen op oordeelkundige wijze ; de beide vleugelspelers brachten snel langs de lijn op; telkens kwam de bal in een mooie boog voor het doelgebied der roodbroeken, maar ... hier kwam heel wat kijken, om zoo'n voorzet naar doel door te sturen. De Haarlem-middenlinie hield zich uitsluitend met het verdedigende deel harer taak bezig; Healy stond Serné trouw ter zijde, beiden werkten hard, zoodat de D.F.C. schutters, die toch zulke professoren in dit vak niet zijn, geen kansje hadden het Van Eek lastig te maken. De goede schoten kwamen van de vleugels; Kant en Sunderman probeerden beurtelings een gat te kogelen in het Haarlem net, maar het was voor Van Eek nu juist niet zoo moeilijk die schuingerichte schoten te houden. Voor afwisseling braken de roodbroeken een paar malen door en ondernamen Haak c.s. met een zeer snel en kort samenspel hunne rennen op het D.F.C. doel; de roodtruieu in de verdediging weerden zich terdege en waar uit de hoekschoppen de bal zoo geniepig juist voor den doelmond zweefde, daar stak van Hemert zijne lange grijptengels uit en gaf den bal een mep van „wat-ben-ja-me". Zoo kwam de rust; met de rust tevens de thee en met deze eene nieuwe lading voetbalfut voor D.F.C. Lang was er dan ook niet gespeeld, of Swart onthaalde v. Eek op een grappig schuivertje, dat juist

in den hoek van het doel terecht kwam ; die duivelsche scheidsrechter had echter gezien dat de schutter in verboden positie stond en kende dat doelpunt niet toe. 't Is zonderling met die scheidsrechters, als men wil, dot ze iets zien, vertellen ze leukweg, dat ze niet alles kunnen zien, maar juist, als je wil, dat ze iets niet zian, hebben ('e heeren de oogen terdege open. Maar, het was in dit geval maar uitstel van executie; Sunderman gaf kort daarop met een keiharden kogel D.F.C. de leiding.

Haarlem kwam tot het besef, dat beter aangepakt moest worden en drong thans met kracht op. Een mooien wedstrijd zagen we ; wel waren de roodbroeken den roodtruien de baas en zaten Z9 verwoed voor het D.F.C.-doel, de D.F.C.verdediging toonde thans, uit welk hout ze gesneden is; Jaap Bouman de spil, werkte dat het een lust was; Tribei en Vau der Linden deden voor hem niet onder, trrwijl de beide achterspelers De Waal en Van Langen den voorwaartsen van Haarlem geene seconde tijd gaven, hen onophoudelijk op de huid zaten. Wel stonden we zenuwachtig op onze sigaar te kauwen, vreesden telkens, als we een projectiel naar doelrichting hoorden gonzen, Van Hemert met twee, soms drie aanvallers vóór da doellijn op den grond lag te spartelen, dat de gelijkmaker komen zou, maar gelukkig, onze vrees was ongegrond. Kant lag op de loer, snel schoot b*j langs de lijn voorbij de opgedrongen Haarlem-verdediging ; zijn voorzet kwam vlak voor doel bij Moritz. . pang, de bal zat haast door de plank heen. Nog 13 minuten van fellea strijd wachtten D.F.C.; heel Haarlem drong op naar het D.F.C.-doel, zelfs P. Bouman schoot, zijn kogel op Barend af, maar het baatte niets '