10

HET SPORTBLAD.

Jan Vos en Buitenweg zicb op den Wassenaarcchen grond voldoende hadden georiënteerd om den aanval in te leiden, wees bet scorebord reeds 3—0 in het voordeel der eastheeren aan. Eerst toen ontwikkelde het Utrechtsche elftal zijn volle kraeht, te laat echter om nog kans op succes te hebben. Want met dezen voorsprong had het Haagsche elftal zija zelfvertrouwen geheel herwonnen en het was dus te voorz'en, dat het eindresultaat eene overwinnning voor onze stadgenooten zou brengen.

Het is niet gemakkelijk een oordeel te schrijven over de Utrechteche ploeg. Op sommige oogenblikken was het spel doortastend en vlug, waren de aanvallen der voorhoede onstuimig en liet het verband tusschen de linies onderling niets te wenschen over. Onmiddellijk daarna overviel het elftal eene ongekende lakschheid. Het was of het spel dan met schokken voortging. Onvoldoende was dan het aangeven der middenlinie, slordig het combineeren der voorhoede. In die oogenblikken stond zelfs Jan Vos onbeholpen te draaien, zonder richting aau het spel te kunnen geven. Juist van die periodes van lakschheid der tegenstanders heeft H.V.V. goed gebruik weten temaken. Krachtdadig werd dan de Utrechtsche verdediging aangevallen. Met de lenigheid van een slang gleed Dé Kessler langs de vijandelijke verdedigers, met geweld baande Jan Thomee zich een weg naar het doel, met katachtige sluwheid loerde van den Berch op een kans om Vernooy te verschalken. Waren de schoten der geelzwarten beter gericht geweest, voorwaar de overwinning zou belangrijk grooter zgn geweest, want aan kansen heeft het niet ontbroken.

Dan plots herwon het Utrechtsche elftal zijn zelfvertrouwen; met energie ontworstelde het zich aan de omvatting van den vijand en in keurig combinatie-spel ging de vlugge voorhoede op van Weel's doel af.

Feith werd dan met het grootste gemak gepasseerd en hoewel van Legden krachtdadigen tegenstand bood, moest toch van Weel al zgn talenten ten toon spreiden om doorboring van zgn doel te voorkomen. En, het dient gezegd, van Weel kweet zich uitstekend van zijn taak. Menig keer stond hij alleen tegenover den Utreshtschen aanval en heel wat keeren kwam de bal in zijn veilige handen. Ee'n maal beging hij eene fout en deze fout kostte zgn vereeniging een tegenpunt, want, naar mgne meening, had bij door uit te loopen het eerste doelpunt van U.V.V. kunnen voorkomen, althans kunnen trachten zulks te doen. Nu hij dit niet deed had Buitenweg, die, na de Haagsche achterspelers te zgn gepasseerd, op zgn doel toetende, gelegenheid den bal te richten.

Feith had geen gelukkigen dag. Vooreerst had hij het zwaar te verantwoorden tegen den watervluggen Buitenweg, en bovendien werd hij ten zeerste belemmerd in zijne bewegingen door het gladde, zware terrein. Eanmaal gepasseerd, had hij te veel tijd noodig om zich te herstellen. Gelukkig voor H.V.V. was van Legden goed op dreef, zoodat deze in staat was het evenwicht der Haagsche achterhoede te her¬

stellen. Feith heeft echter meer op zgn geweten, hij beging de grootste zonde, welke een achterspeler kan begaan, eene overtreding binnen het beruchte gebied en dit kostte zijn vereeciging een tegecpunt. Het geval d«ed zich aldus voor : Vos breekt snel door de vijandelijke verdediging heen. Feith hem achterna doch hoe snel de onderdanen van den tf.V.V.'er het goedgfproportiotneerde bovenlijf voortduwer, de kleine Utrechtenaar is hem te vlug af. Eu of nu Feith over zija eigen beenen dan wel over die van Vos struikelde in het midden latende, constateerden wij duidelijk dat hjj met beide armen vooruit tegen den U.V.V.'er botste. Al dan geen opzet, — ik voor mg twijfel geenszins aan de eerlijkheid van Feith — er ging een zeker punt voor U.V.V. verloren en scheidsrechter van Bisselick bestrafte dit met een penalty.

Een speler in de Haagsche gelederen, wiens ster boven die der anderen schittert, is ongetwijfeld v. d. Nagel. Op de links-midden-plaats voldoet hg beter dan als spil.

In de voorhoede blijft het met Kuntze sukkelen. Neen Teddy, zoo krijg je nooit een plaats in het heusche Nederiandsche elftal. Wat dit jongmensch tegenwoordig mankeert mag de hemel weten. Zijn spel is in elk opzicht slordig en ondoordacht. Het opbrengen van den bal gaat nog, dank zgne snelheid, maar het overzetten van het leder is in een woord treurig. Of de bal vliegt ver naast het doel over de lijn, of hg komt meters achter zgn mede-voorwaarts terecht. Nimmer is zgn voorzet goed geplaatst. Beterschap Teddy of . . . buiten de balklijnen 1

De Haagsche voorlinie was opgesteld als volgt: Kuntze—Thomee—v. d. Berch v. Heemstede—Dé Kessler—Noorduijn.

Deze combinatie bleek eene verbetering te te zgo, vooral de vervanging van Boelie Kessler door v. d. Berch kwam den aanval ten goede. Thomée's schoten waren fel en goedgericht. Twee doelpunten nam hij voor zgne rekening. Van der Berch liet het niet onder zich en maakte er ook twee, terwijl Noorduijn op solide wijze no. 5 in het Utrechtsche net joeg. Stand 5—0 voor H.V.V. in den speeltijd van één uur. Knap, nietwaar? Ja. maar toen was het ook uit met de Hagenaars en in het laatste half uur was het woord en de daad aan de Rood-wit geblokten.

Als zóo de mannen van Vos den geheelen wedstrijd hadden gespeeld waren de punten zonder twijfel naar Utrecht gegaan. Nu was het mosterd na den maaltijd. De eer werd gered, zeker, maar winnen is beter. Drie doelpunten waren het resultaat van weloverlegd, technisch hoog-staand voetbal. Het laatste punt werd niet geldig verklaard wegens buitenspel, hoewel het zeer fraai ter wereld kwam, zoodat bg het einde de geelzwarten met 5—2 de overwinning boekten.

De bewaking van het Utrechtsche doel liet wel wat te wenschen over. Blijkbaar had Vernooy op de door Thomee geloste schuivers we>nig zicht. Ia de achterhoede speelde Galissen eene klas beter dan Koot. In de Utrechtsche middenlinie is Pinto de beste speler. Het ver-