HET SPORTBLAD.

13

Blauw-Wit geklopt.

Ook Blauw-Wit heeft een besliste nederlaag geleden. De A.-kampioen is er niet in geslaagd om de sombere vermoedens, welke ik de vorige week reeds uitte, te logenstraffen en in een wedstrijd, waarin de Stichtenaren over alle linies de meerderen waren, werden de Zebra's met 4—0 geslagen.

M'n hulde aan U.V.V. dat dit seizoen een prachtkans schijnt te hebben. Jammer voor de club van Jan Vos, dat ze haar gasten nog steeds op dat onmogelijke terreintje ontvangen moet. Ik neem aan, dat de Utrechtenaren alles in het werk gesteld hebben om een ander terrein machtig te worden, aangezien op dit Veld goed voetbal onmogelijk is. Maar ik verwonder me toch dat zij daarin dan nog steeds niet geslaagd zijn en tevens dat het N.V.B.bestuur nog steeds toelaat dat op dit veel te kleine veld gespeeld wordt. Zou het geen daad van groote sportiviteit zijn, wanneer U.V.V. pogingen aanwendde, om voor de volgende kampioen(s)- en eventueel promotiewedstrijden, een terrein met behoorlijke afmetingen, b.v. dat van Hercules, te huren. Ik geloof stellig dat het goede spel van de Stichttche combinatie daarop noz beter tot z'n recht zou komen.

Voor Blauw Wit is deze uitslag weinig bemoedigend. De cijferd zgn haast te sprekend. Toch is Adrianopel nog niet verloren. In Delft kan gewonnen worden en dan moet de ontmoeting Blauw Wit—U.V.V. de beslissing brengen, terwijl bovendien Concordia in haar wedstrijden tegen U.V.V. nog wel eens voor een verrassing zorgen kan, al lijkt dat niet erg waarschijnlijk.

Den moed niet opgeven en alles in 't werk stellen om deze nederlaag nog goed te maken.

A.F.C. II weer bovenaan.

Het 2e elftal van A.F.C. blijft bet pad der deugd bewandelen. Hercules II werd met 6—0 geklopt en daar Sparta II en D.F.C. II niet speelden, neemt A.F.C. II weer de leiding in de grootste afdeeling van den N.V.B. Rekent men het aantal gespeelde of nog te spelen wedstrijden niet mede dan zijn de roodhemden op hun concurrenten, Sparta II, D.F.C. II en Htarlem II één punt voor. Doch de A.F C.'rs moeten nog aan den Markettenweg en aan de Prineenlaan spelen, terwijl zij de H.B.S.reserves nog op bezoek krijgen. Een zwaar programma dus nog.

De 3e klasse kampioenen.

De Spartaan heeft zich na de zware nederlaag in Vlaardingen tegen V.F.C geleden, thans beter geweerd en in Amsterdam met 4—2 van het Utrechtsche D.O.S. gewonnen. De kans is dus nog niet verkeken, dat de groenhemden een van de bovenste 3 plaatsen van de kampioenscpmpetitie zullen innemen.

Amstel heeft een ieder verbaasd door het sterke V.F.C. op eigen grond met 4—1 te kloppen, voorwaar een kranige prestatie. Stellig staan Amstel's kansen om het tot promotie te brengen op 't oogenblik .uitstekend.

Hot Paasohprogramma.

Gedurende de Paascbdagen zal er in de hoofdstad weer naar hartelust getrapt worden. Allereerst worden dan de jaarlgksche schoolwedstrijden gehouden. Geelkerken heeft reeds maanden lang alles volgens 't bekende recept voorbereid, de deelname is grooter dan ooit en een succesvol verloop lijkt dan ook verzekerd.

Op Goeden Vrijdag krijgt Ajax bezoek van de Dulwich Hamlet F.C, Zaterdags spelen op R.A.P.'s veld de Nederlandsche Adelborsten tegen de Cadetten en Zondag is A.F.C. de gastvrouw van de London Caledonians terwijl Blikman Royal Club dan eveneens een Engelsch kantoor-elftal op bezoek krijgt.

Maandags trekt Groot Mokum naar Houtrust waar naar we willen hopen ons sterke Nederlandsche elftal met eere uit den strijd zal treden.

Nevoh,

Van de Prinsenlaan.

Sparta— Velocitas.

Een gelukkige dag.

Da portret galerij mijner vaderen behoort tot de vertrekken van mijn burcht, waarheen ik me maar bij hooge uitzondering begeef.

Ik zal de laatste zijn om te ontkennen, dat m'n solide voorzaten die ruimte niet op behoorlijke wijze hebben ingericht, dat het machtig zware eikenhout van de meubelen met hun zilver beslag er niet deftig doet en dat de antieke kostbare vazen op den eeuwenouden schouw geen onvergetelijken indruk maken op den kunstminnenden bezoeker, vooral als hij kenner is en bijgeval inbreker.

Maar ik voor m$, die aan die dingen gewend ben, ik dweep niet met die zaal. Ik vind het er, onder ons gezegd, onbeschrijfelijk saail

Wat kunnen me al die ouwe heeren schelen, met hun nuchtere gezichten, al zn'n er dan bij die geschilderd zijn door Rafaël, Rembrandten Aibrecht Dürer?

Daarbij ze kunnen zici hoogst onaangenaam aanstellen. Toen ik laatst op een nacht eens vroolijk thuis kwam en onder den invloed van een vaderlandsch gevoel het „Wien Neerland b bloed" aanhief, allééa midden in de zaal, in m'n ééne hand een gevonden uithangbord, in de andere een leege flesch, toen — op m'n woord — sperden ze allemaal tegelijk vol ontzetting hun monden open. Den volgenden morgen toen ik wakker werd, liggende op dezelfde plaats, m'n auto pels nog aar, want ik was werkelijk te vermoeid geweest om me te bedde te begeven — keek het heele stel Weer gewoon.

Zulke dingen zijn niet aangenaam. U begrijpt, dat het eenige wat ik in hen mm is: hun contante waarde . . .

Alleen als zenuwstillend middel heeft de galerij nog wat verdienste. Als u broomkali neemt, neem ik portretgalerij. De kalme atmospheer, die er heerscht, zou in Btaat zijn een TU"rspuwende vulkaan tot rust te brengen.

Na zenuwachtige wedstrijden aan de Prinsenlaan breng ik altijd een pooBje bg mijn voorvaderen door. Met hun ernstige bedaarde wezens-