8

HET SPORTBLAD.

dag- en weekbladen werkelijk schijnt te bestaan gelijk een ander b.v. een Mercurius-diploma v in zijn zak heeft.

Hun voetbal-diploma behalen ze iederen, Zondag opnieuw in „De Telegraaf8 of de „Nieuwe Rotterdamsche Courant", in „Het Sportblad" of „De Revue der Sporten". Waarlijk, wij kunnen in de door den heer Tromp gekenschetste toestanden geen beroepsspel zienl De voetbalkennis dezer spelers is ééa der wapenen, waarmede ze den strijd om het bestaan strijden. Zoolang ze dit wapen eerlijk hanteeren, is op het voeren van het wapen „an und für sich" niets aan te merken.

Het pleit slechts voor de belangrijke plaats, die voetbal in het maatschappelijk leven inneemt, dat een goed voetballer in het leven van allen dag uit zijn voetbal-kennis een factor kan smeden, cie hem dichter of fpoediger bg zijn levensdoel voert. Daar komt het op aanl We meenden, dat op deze zijde der kwestie nog te weinig de aandacht is gevestigd, waarom wij het in onze bespreking van Tromp's werk even inlasschen.

Slechts zijn we van oordeel, dat van de zinsnede: „het verkapte professionalisme tiert welig*, de laatste twee woorden „tiert welig" wel wat al te sterk gekozen zijn, Iverkapt professionalisme komt voor in ons land. Doch dit is ook a\ 1

Trouwens, we kunnen mededeelen, dat ook de heer Tromp, na rijp beraad, de woorden „tiert welig" ietwat te scherp gekleurd acht. Maar van het wezen der zaak, daarvan gaat niets af.

*

Thans de rest van het seizoen verslag of jaaroverzicht 1912 13.

Terecht laat Tromp het licht vallen op den invloed van voetbal op economiseh gebied (bladz. 27); de spoorwegmaatschappijen laten xtra-treinen loopen voor belangrijke wedstrijden, ï„deren Zondag, dat het voetbalseizoen duurt, van Medio September tot midden Mei, komt er ƒ 3.300.— per Zondag in het laatje, dus

rond een ton psr jaar. voeg aaarou ae verteringen in hotels, restaurants en café's, het bouwen van tribunes en afrasteringen; en ge krijgt een begrip van de hoeveelheid geld, die voetbal onder de menschen brengt.

Dat de liefdadigheid niet wordt vergeten, is Tromp evenmin ontgaan en het brevet door kolonel J. P. Gue'pin, commandant van den kruiser „Gelderland", aan de voetbalsport uitgereikt, is door den overzichtschrijver met vreugde vermeld.

Toch betreurt Tromp het, dat in de laatste jaren het aantal toeschouwers naar verhouding veel meer is toegenomen dan dat der beoefe« naars van voetbal. Merkwaardig is het, dat de meeste le -klasse clubs zoo geheimzinnig met de vermelding harer bruto — entreé's zijn, dat Tromp dienaangaande geen gegevens kon krijgen.

Niet onvermakelijk is de wijze, waarop de schrijver den spot drijft met het nieuwe reglement. Er wordt aan gewerkt! Hoe lang nog?

De bepaling, dat voor het spelen van wedtrgden tegen buitenlanders de spelers minstens

6 maanden lid moeten zgn van de naar het buitenland reizende vereeniging en als zoodanig bij den N.V.B. bekend moeten zijn, kan de goedkeuring van den heer Tromp niet verwerven. Doch het stemt prettig te weten, dat het bondsbestuur critiek gemeenlijk naast zich deponeert . . . . wijl het toch herkozen wordt 1

Beter, veel beter, is Tromp te spreken over de instelling van het terreinfonds. Deze goede daad van het beBtuur weet hij te waardeeren. En terecht, want in de toekomst zullen de finantieel minder krachtige vereenigingen daarvan ruimschoots de vruchten kunnen trekken.

Dan breekt Tromp den staf over de mingezellige tóestanden in het Oosten des lands en in 't Gooi, waar krachtig ingrijpen van

Gelukkie. het

ÜUUUOWCj5D HUUUU""..*)1*

bondBbestuur - is niet voor halve maatregelen teruggedeinsd! - _ "

Een uitvoerige bespreking van JNoord, £uia, Oost en West geeft den schrijver gelegenheid alle meer plaatselijke of gewestelijke aan gelegenheden op den voorgrond te brengen. En hij doet dit op een smakelijke wijze, die bewondering afdwingt.

Na de hoofdstukken: Bestuur, Vaste Commissiëa en Competities, sluit Tromp zijn doorwrocht stuk werk met de bespreking der Interland-wedstrijden.

De keuze van Zwolle boven Houtrust voor Nederland—België en de ƒ 1800—, die de N.V.B. aan de F.A. moest betalen voor den wedstrijd Nederland—Engeland worden uitvoerig besproken en afgekeurd.

Dan is het einde daar en met een kort slotwoord besluit Tromp zgn taak.

Brengen wij gaarne onze hulde aan den samensteller van dit uitstekende jaaroverzicht, er is een man, die zich over Tromp s werk zal hebben te beklagen: de schrijver van het overzicht 1913/1914.

Zijn naam is nog onbekend, daar wg zoo juist vernemen, dat de heer J. W. Kips voor het hem gedane aanbod heeft bedankt.

n„„u m;Q v,ü *H hn 7.hl moeite hebben het

werk van Tromp te evenaren, want dat deze nog onbekende opvolger diens werk zal kunnen verbeteren, lijkt oas welhaast onmogelijk.

Dat is wel de beste waardeering van Tromp's werk !

's-Gravenhage, 28 Öct. '13. H. J. O.

XXIII

Piet Valkenburg.

Dit artikel schrijf ik, zonder iets van mijn slachtoffer te weten — ik begeer niets van hem te weten, omdat zgn wezen, zgn doen en zijn laten mij voldoende bekend zijn.

En toch, en toch . . . eerlijk gezegd . . . laat ik het maar bekennen, eerst had ik den ouden, platgetreden weg willen afsjokken. Een wandeling naar Jan Pater, den secretaris van H.B.S., en hem alles vragen wat hij van Pie» Valkenburg wist.

U weet wel, hoe ik het bed,el: „Valkenburg, die den zooveelsten Februari van het jaar 180Ü en zooveel te Boenjoewangi, Djokjakorta ol Madioen werd geboren, kwam als jongen vaU zooveel jaar, ter voltooiing zijner verdere op'