BERAADSLAGINGEN.

563

zij is de oorzaak van rechtmatigen wrevel en ontevredenheid bij het volk, dat, onder zoo drukkende omstandigheden levende, recht heeft op eene wel zéér zorgvuldige behartiging van zijne belangen.

Niet alleen dus een aandringen op juister ramingen is noodig, maar een voldoende waarborg bovendien voor soliditeit van het te leveren materiaal een gebiedende eisch der rechtvaardigheid.

Ik zou daarom den Minister met gepaste vrijheid willen vragen : kan Uwe Excellentie ons daarvoor een beteren waarborg geven, dan de bloote verklaring, dat zulke fouten niet meer zullen voorkomen ?

Ik ben het, Mijnheer de Voorzitter, in deze volkomen eens met den geachten afgevaardigde den heer Viruly, die vóór mij het woord voerde; ook ik geloof niet dat er gestolen wordt aan het betrokken Departement, maar wanneer bij voorbeeld een bediende in een of ander magazijn niet steelt, doch verwaarloost en veronachtzaamt de goederen en waren aan zijne zorg toevertrouwd, dan berokkent hij zijn patroon dezelfde schade, misschien nog meer, dan wanneer hij zich schuldig maakte aan diefstal.

Eene andere vraag, die ik zoo gaarne bevredigend door den Minister zag beantwoord, is deze: Bestaat er nog geen mogelijkheid, dat door Uwe Excellentie eene reorganisatie wordt ter hand genomen van het machinekamer-personeel?

De groote verantwoordelijkheid die de chefs der machinekamers aan boord onzer oorlogsschepen dragen, rechtvaardigt toch zeer zeker een verzoek tot uitbreiding van het aantal officieren-machinist.

Thans doet zich het merkwaardig geval voor, dat aan boood van de „Friso"' als chef der machinekamer werd geplaatst een officier-machinist, terwijl aan boord van de „Atjeh", een schip met dezelfde machines, die functie moest worden waargenomen door een machinist lste klasse, onderofficier.

De Minister zal toch willen toegeven, dat in zoodanige regeling eene zeer groote onbillijkheid ligt, nog afgescheiden van het feit, dat de lst0 machinist, die de verantwoordelijkheid draagt voor zulk een enorme waarde, als de machinekamer vertegenwoordigt, op onze oorlogsschepen, in rang beneden den adelborst lste klasse staat.

Zelfs bij de administratie zijn zeer jeugdige functionarissen zonder eenige verantwoordelijkheid van beteekenis, in rang boven hem geplaatst.

Ook ten opzichte van het stokerspersoneel zou, meen ik, een vooruitzicht op verhooging in rang, zeer bevorderlijk zijn aan den dienst.

Nu toch is den meest bekwamen stoker geen andere rang weggelegd dan die van korporaal, en reeds heeft zich het feit voorgedaan, dat een stoker der lslB klasse eene aanvraag deed hem 3den smid te maken, waardoor de man tijdelijk wel is waar minder soldij ontving, doch welke overgang hem binnen zéér korten tijd deed opklimmen tot den majoorsrang, eene verbetering die vooral van invloed is bij zijne pensionneering. Misschien mag ik ook ten deze van Zijne Excellentie eenige bevredigende toezegging verwachten.

Een laatste punt waarop ik wel de aandacht van den Minister wenschte te vestigen is de zedelijkheid bij onze marine. Op het ge-