een vaderxandsch fonds voor de zeemacht.

G65

waarbij een Nederlandsch smaldeel, onder den schout-bij-nacht J. A. Zoutman, dapper stand hield tegen eene Engelsche scheepsmacht van gelijke sterkte wat het aantal schepen betrof, maar waarbij wij in de minderheid waren ten opzichte van de grootte der schepen en het aantal stukken geschut, onder het bevel van den vice-admiraal Hyde Parker.

Daar gelaten, wien van de beide vlootvoogden de eer der overwinning toekwam, waarop beiden aanspraak maakten, toen de tijding "van den zeeslag in het Vaderland werd ontvangen, lezen we in de bekende geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen, door Mr. de Jonge, deel IV, blz. 547 en v.g., kon men zich nauwelijks een denkbeeld vormen van de blijdschap, welke de mare dezer roemrijke gebeurtenis verwekte die zich weldra door het gansche land verspreidde; eene blijdschap die inniger en tevens vuriger was, naarmate de moedeloosheid en verslagenheid groot waren, welke door de opeenvolgende rampen en teleurstellingen van het uitbreken des oorlogs af ondervonden, alomme heerschten.

Eene ontelbare menigte snelde naar den Helder en Texel om de terugkomst van het eskader bij te wonen. De ontredderde en doorschoten schepen met hunne aan flarden hangende zeilen en vernielde masten en touwwerk; het zien der dappere officieren en manschappen, het overschepen der gekwetsten, maakte aandoeningen van verschillenden aard gaande. Hier verhief zich een luid gejuich, daar werden tranen van medelijden gestort; maar één gevoel vereenigde allen, het was de liefde tot het Vaderland! Doch de deelneming bepaalde zich geenszins tot zulke dikwerf voorbijgaande aandoeningen.

Aan allen, onverschillig van welken rang of graad, die aan den zeeslag hadden deelgenomen, vielen eerbelooningen in den vorm van meer of minder kostbare gedenkpenningen en eeresabels, dan wel in geld ten deel.

Behalve tal van bevorderingen werd nog aan al de luitenants de vergunning verleend om als onderscheidingsteeken twee epauletten °en aan de adelborsten om eene epaulette op den linkerschouder te dragen, en de naam van Zoutman en der overige Doggersbanksche helden zweefde op de lippen van oud en jong.

° Maar hiermede stelde men zich nog niet tevreden, immers al die eerbewijzen en al dat eerbetoon golden de uit den strijd teruggekeerden, maar hoevelen hadden er niet hun leven geofferd, die nu weduwen en kinderen in kommervolle omstandigheden achterlieten?

Het medelijden met die weduwen en weezen deed, met de geestdrift door den strijd verwekt, bij eenige bijzondere personen eerst te Haarlem, daarna te Amsterdam het denkbeeld rijzen,_ giften in te zamelen met het doel aan die weduwen en hare kinderen eene tijdelijke ondersteuning te verleenen.

Dat ontwerp vond buitengewonen bijval, waardoor aan het oorspronkelijk doel eene meerdere uitbreiding kon gegeven worden. De tijdelijke bijstand kon uitgestrekt worden tot eene voortdurende ondersteuning; wat meer is, de aanzienlijke giften stelden de edele