718

üit de pers.

M. Navy, en geeft de vereischten daarvoor op, die met de vroeger aangehaalde zeer verschillen.

S. kan zich niet met Marin's overwegingen, betreffende de pensioensverhoogingen voor elk tropisch jaar, vereenigen.

,,De verdere redeneering van Marin filtreerende, houd ik over, dat de marine-machinisten onrechtvaardige mopperaars zijn en noch zij noch de armsten der armen, de vuurstokers, recht op lotsverbetering hebben", zegt S. en vereenigt zich ook volstrekt niet met de voorgestelde opleiding tot offic.-machinist, „daar ieder leek wel zal begrijpen, dat, om een goed chef der machinekamer te zijn, men alle rangen moet hebben doorloopen en toegerust moet zijn met veel practische ervaring."

Totnutoe heeft S. veel afgebroken, maar wil trachten er iets beters voor op te bouwen. _

Hij geeft toe, dat de kennis, zoowel theoretisch als practisch, der marine-machinisten, als men hunne opleiding te Hellevoetsluis nao-aat, niet die is, welke de regeering verplicht is te eischen ; het verwondert hem, dat de Ministers van Marine bij ons te lande dit niet willen inzien, gelooft dat er onder de machthebbenden bij de Marine veel Marin's zijn, hoopt dat eene reorganisatie van het korps machinisten in het vooruitzicht is, en geeft de volgende reorganisatie aan.

Programma I:

De vereischten tot toelating als aspirant-machinist blijven onveranderd bestaan, als zijnde voldoende.

Van eiken aspirant-machinist wordt, gedurende zijne opleiding, eene storting van ƒ200 'sjaars gevorderd.

De geheel en al theoretische opleiding heeft plaats gedurende het lste en 4de studiejaar. Gedurende het 2de en Sde jaar gaan de aspiranten op een machinefabriek, bij voorkeur van scheepsmachines, werken en wordt er door een toezichthebbende gezorgd voor hunne studie. Zij zouden waarschijnlijk kunnen verblijven op de in die plaatsen gestationneerde wachtschepen. Hellevoetsluis wordt verlaten als plaats der opleiding en eene plaats wordt gekozen, waar een of meer machinefabrieken zijn.

Programma II:

Geene opleiding door den Staat.

De Minister van Marine schrijft jaarlijks een vergelijkend examen uit voor assistent marine-machinist.

De vereischten, theorie en practijk, op te maken door eene commissie van deskundigen - als practijk bijv. minstens 2 jaar op eene geschikte machinefabriek te hebben gewerkt.

Alvorens hen aan boord te plaatsen kan men ze nog het noodige militairisme inprenten.

Den tegenwoordigen marine-machinisten wordt tijd en gelegenheid gegeven zich voor een verlicht examen te bekwamen.

° Alle machinisten hebben den rang van officier en een assistentmachinist komt aan boord als een adelborst le klasse.