üit de pers.

719

Onderofficier-machinisten (thans de vuurstokers le klasse) worden -erecruteerd uit bekwame bankwerkers, smeden, ketelmakers etc. en kunnen den graad van sergeant-majoor bermken, evenals thans de geweermakers aan boord

Minder bekwame werklieden komen als vuurstokers in dienst en kunnen door een goed gedrag en bekwaamheid tot onderofficier opklimmen.^ ^ verschillende klassen zal moeten zijn is

geen bezwaar. ,

S hoopt hierdoor iets te hebben kunnen bijdragen tot een goede reorganisatie van het korps marine-machinisten, waardoor later ook de particuliere machinisten, evenals nu de stuurlieden, door het korps officieren der marine hartelijk als reserve-officier verwelkomd zullen kunnen worden.

„Telegraaf", 4 Januari '95.

Marine-machinisten. - Mechanicus vat de pen op tegen Marin, die z i het korps machinisten heeft beleedigd, eensdeels omdat hij ongemotiveerd niet opbouwend maar afbrekend te werk gaat en omdat het opstel onwaarheden bevat. S. weidt daarover mt en zegt o m., dat Marin niet op de hoogte is van de organisatie der machinisten in Engeland. Wat de financiëele quaestie aangaat, zegt S dat de ouders der machinist-leerlingen evengaarne als de ouders de'r adelborsten, een zekere som zullen willen storten, wanneer een betere opleiding en promotie verzekerd wordt en dat die opleiding dan niet zooveel zal kosten. _ . ..

S kan zich met Marin's officieren-machinist en machinedrijvers niet vereenigen, die z. i. niet kunnen voldoen, omdat deeersten weinig militair zullen zijn. Tegen het gezegde van M., dat de machinisten der marine voortkomen uit de neringdoenden en den kiemen ambtenaarsstand, loodsen, opzichters, enz.; en zijne uitlatingen over de debatten in de Tweede Kamer der Staten-Generaal over de theoretische kennis der officieren-machinist en overige machinisten komt S. op, schrijft den machinisten veel bekwaamheden toe en

Z6gt Volgens Marin ontbreekt bij de offic.-machinist de noodige theoretische kennis, dochdeze bewering is onjuist en beleedigend ; want hoe stelselmatig echter de opleiding reeds gebrekkig werd gehouden is sedert de laatste jaren daarin veel verbetering gekomen, en hebben zii die aan haar hoofd staan of gestaan hebben, steeds met succes 7or«- gedragen, dat het aan de noodige theoretische kennis bij_ do ieu-dige machinisten niet ontbrak. Ik geef Marin de verzekering, dat"de daarvan afkomstige officieren-machinist bekwaam voor hunnen werkkrino- zijn en zeer zeker zouden de meesten geschikt_ zijn om zoo noodi- als electricien dienst te doen en geen „leentje buur behoeven "te spelen bij de ingenieurs van scheepsbouw; nog nimmer werd hun die werkkring ministerieel opgedragen. Hoe kon nu Marin iemand onbekwaam verklaren voor een werkkring, waarvoor hij nimmer aangewezen is geworden? ■

Wellicht heeft Marin meermalen het voorrecht gehad als lid