TJIT PE PERS.

765

en den particulieren dienst uitvoerig behandeld en er op gewezen, dat, wat bij den eersten zonder rangverschil niet mogelijk is, bij den tweeden zeer goed kan.

Bij de voorgaande behandeling werd de chef der machinekamer buiten beschouwing gelaten, zijn werkkring en de daarvoor vereischte bekwaamheden worden nagegaan, de dienstregeling van den lslen machinist besproken.

S. komt tot de conclusie, dat de Staat noodig heeft een korps ambtenaren voor den scheepsdienst van hoogeren graad dan voor den dienst in de machinekamer, echter met uitzondering van het hoofd van laatstgenoemden dienst.

Eischt de dienst alleen onderofficieren voor machinisten, dan is het om geen andere reden gewettigd daarvan een officierskorps te vormen.

Zoolang daarentegen de dienst een marine-officierskorps eischt, moet het blijven bestaan, het is ondenkbaar, dat dit zou worden afgeschaft, omdat elementen, die er niet in hooren, daarin de overhand zouden verkrijgen zegt S.; wijst er op, dat de marine-reserve een vrijwilligerkorps is, wat een waarborg voor de goede verwachtingen, die er van gekoesterd worden, geeft, en gelooft, dat de reservisten, die een cursus hebben doorgemaakt, en dus eenigszins bevoegd zijn over het verschil in de eischen van Staat en particuliere maatschappij," en het daaruit volgend verschil in positie te oordeelen, er misschien toe kunnen bijdragen, om de bestaande begrippen omtrent onbillijkheid der regeling weg te nemen.

«Landsverdediging'', Januari 1895.

De administratie bij de zeemacht. Intendant behandelt eene reorganisatie van de administratie bij de zeemacht en stelt voor het korps officieren te doen bestaan uit: 1 Hoofdintendant, rang kapt. ter zee; 4 intendanten, rang kapt.-luit. ter zee; 10 onder-intendanten en 12 officieren van administratie lsle klasse, rang luit. ter zee le kl.; 30 officieren van administratie 2e klasse, rang luit. ter zee 2e kl. en 10 adjunct-administrateurs, rang adelborst le kl., zoodat het nu bestaande korps met 20 officieren zou verminderen. — S. geeft aan, welke^ betrekkingen door hen moeten worden bekleed en waarin hun dienst zal bestaan. — Bij de opleiding der aspirant-administrateurs wordt ook van een ander standpunt uitgegaan, deze aangesloten aan het eindexamen van de handelsschool te Amsterdam of van eene hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus en de duur op 1 jaar bepaald. Tot het bekomen van den rang van officier van administratie 2e kl., moet examen worden afgelegd, zoo ook voor den onder-intendantsrang.

In het 2e gedeelte wordt de werkkring van het korps intendanten en officieren van administratie der zeemacht uitvoerig beschreven.

Slechts op enkele schepen worden officieren van administratie geplaatst; op de andere schepen in Nederland en Oost-Indië wordt de administratieve dienst aan schrijvers opgedragen, wier geldelijke verantwoordelijkheid tot een minimum wordt beperkt en die