HR. MS. OORLOGSSCHEPEN.

179

kuilpoorten belegd, de schijf zoodanig naar beneden trekken, dat ze geheel vaststaat. •

Wil men nu op 15 passen schieten, zonder den schutter vijf passen meer naar de midscheeps op te stellen, dan kan de schijf zoodanig gebrast worden, dat de schutter meer voor- of achteruit tegen boord staande, dien afstand van de schijf verkrijgt.

Hiertoe is het gemakkelijk aan het oog een meetkoord te bevestigen, waarop de afstanden 10 en 15 passen bijv. door knoopen zijn aangegeven.

Op een ander fregat had men een eind gespannen, van de fokkera naar de groote ra en aan dat eind een wipper bevestigd, waaraan het nadeel verbonden is, dat bij exercitiën met het [tuig de inrichting moet worden weggenomen.

Aan boord van Hr. Ms. »Gedeh'' wordt een stevige bamboe, waaraan een wipper, over den tentleider uitgevoerd en in de midscheeps aan een stut vastgebonden. Overigens is de inrichting gelijk aan die hierboven beschreven.

Om nu een reglement op de schietoefeningen naar deze methode samen te stellen, kan men drie hoofdwegen volgen.

De eene bestaat hierin, dat men voor zoover zulks mogelijk is, de oefeningen in het voorschrift 1881 aangegeven, op den verkorten afstand schiet, deze oefeningen voor den schutter doet gelden als had hij ze aan den wal geschoten en hem, zoodra de gelegenheid daartoe bestaat, op de schietbaan de oefeningen op grootere afstanden laat volgen.

Aan boord worden dus de oefeningen tot en met 150 passen, aan den wal die op afstanden van 200 passen en meer geschoten.

Deze zou de eenvoudigste regeling zijn, indien voor een groot deel de gelegenheid om aan den wal te gaan schieten niet minder was, dan die zich aan boord voordoet.

Op slechts enkele plaatsen op de kust van „Atjeh" bijv. kunnen de schepen hun equipage aan den wal zetten tot het houden van oefeningen. Na 6 weken hun station bewaakt te hebben komen zij voor 5 dagen naar Oleh-leh, Penang of Belawan-Deli, waar dan door de vele werkzaamheden aan schip, ketels en machine, door victualieeren, kolenladen en passagieren geen voldoende tijd overblijft voor oefeningen aan den wal.

Hiervan is het gevolg, dat schutters, die voldaan hebben aan de overgangs-voorwaarden op A1 en A1 m. b., direct komen op A5 en vandaaraf de oefeningen der 3e klasse kunnen afloopen, zonder dat zij in de gelegenheid geweest zijn de oefeningen A3 tot en met A4 te schieten.

Uit de 2" klasse kunnen zij alleen B4, B1 m. b. en B5 vuren, terwijl dan weder de geheele 1" klasse tot op C3 na, te doorloopen is.

Heeft een man aan de overgangsvoorwaarden van al deze oefeningen voldaan, dan heeft hij het wel tot een vrij goede hoogte gebracht, maar vele nuttige oefeningen heeft hij niet kunnen doorloopen.

Wanneer de gelegenheid tot vuren aan den wal zich echter