616 * marinebegrooting voor het dienstjaar 1896.

waarop een amendement is voorgesteld door de Commissie van Rapporteurs, strekkende om te doen vervallen de woorden: „waaronder die' wegens defensie» en daardoor het onderartikel te verminderen met f 15.000 en alzoo te brengen op f 119.215.

De heer Guyot, Voorzitter der Commissie van Rapporteurs, het woord verkregen hebbende, om namens deze l aar gevoelen over het amendement mede te deelen, zegt: Mijnheer de Voorzitter! De strekking van het amendement is de Kamer als haar gevoelen te doen uitspreken, dat de kosten voor het aanschaffen van materialen, in verband met eene eventueele aan de kustwacht, ten behoeve van de defensie te geven uitbreiding, niet op dit hoofdstuk der Staatsbegrooting te huis behooren; de post van f 15 000 is een gedeelte van een bedrag — ik herinner de Kamer er aan — van eene som van f 58 000 voor het doel noodig geacht en dat over 2 jaren op de beide begrootingen van Marine en van Oorlog is verdeeld.

Zooals bekend, houdt de bestaande kustwacht verband met het reddingwezen en is zij er op ingericht dat geene strandingen of ongevallen op zee kunnen voorkomen, zonder dat de havenplaatsen en de stations der reddingmaatschappijen, van waar hulp kan worden verleend, daarvan, binnen den kortst mogelijken tijd, bericht ontvangen.

Daargelaten de wenschelijkheid het daartoe behoorend personeel een militairen graad te geven, als in de bedoeling van den Minister ligt, komt het der Commissie van Rapporteurs voor dat daarmede voldoende in de behoefte der zeemacht, ook met het oog op oorlogstoestanden, wordt voorzien.

Van de bewegingen van vijandelijke of eigen schepen op de kust zullen de marine-autoriteiten, van af het oogenblik dat zij in het zicht komen, worden verwittigd. En belangrijke berichten uit zee, door eigen schepen aangebracht, kunnen aan de bestaande posten worden overgebracht en wel bij voorkeur aan de vuurtorenssemaphorestations, als biedende de meeste kans op goede overbrenging.

Is het oprichten van nieuwe tusschenstations met verbindingen naar landwaarts noodig, dan zal dit uitsluitend of althans zoo goed als uitsluitend ten dienste van het leger zijn, dat er prijs op kan stellen de kust nauwer te bewaken ten einde van kleine ondernemingen, die bij nacht of ontijden mochten worden ondernomen, spoediger bericht aan de betrokken autoriteiten te geven, ten einde desgevorderd handelend te kunnen optreden.

Het zal aan den Minister van Oorlog zijn, de noodzakelijkheid daarvan nader in het licht te stellen en desgevorderd de noodige gelden daarvoor aan te vragen.

In de mérites der zaak meent de Commissie van Rapporteurs niet te moeten treden; met betrekking tot de beslissing daarover blijft de Kamer, bij aanneming van het amendement dus volkomen vrij. Maar waar in de eerste tijden zooveel zal worden gevorderd om in nieuw materieel voor de vloot te voorzien, moet, meent zij,