Op overeenkomstige wijze als vroeger heeft men ter berekening ?: sin. Vj (P' - P) Vs (' - 9 = " S!'m- * J

cos. i/g (P' - P) tg- Vs (* + *) = £cos-B > . . . . (25) B + i/a (P' — P) = C. . . . ( tg. f — D cos. (P + C);. • • )

_ cos. d" cos. P' — cos. S cos. P -26) of ook: ty. ? - - sijli j _ sï^—

stellende: cos. <3" cos. F = m 1

cos. <? cos. P — n v -2y\

Va (w - «) r *' *v y

? - cos.y^d+r^y^-y) ' " )

De hoogte kan op de bekende wijze worden berekend.

Ter bepaling van het bedrag der waarschijnlijke fout van de aldus gevonden breedte, heeft men op overeenkomstige wijze als hiervoren :

dh = — cos. A dy — lo cos. f sin. A dl" , dh = — cos. A' df — 15 cos. y sin. A' dP', waarin dP en dP' zijn uitgedrukt in tijdsecunden A en A' de azimuths zijn bij de waarnemingen bewesten den meridiaan, 1 en f dienovereenkomstig de westelijke uurhoeken, alzoo positief. Uit bovenstaande vergelijkingen volgt:

dv - ilC0S- ? n (sin.AdP -sm.A'dP').

a' ~ cos. A — cos. A' \ / Indien nu T-, en T8 de voor het meergenoemde verloop gecorrigeerde correspondeerende tijdmeteraanwijzingen zijn voor de eenester T'n en T', die voor de andere ster, dan is blijkbaar: dP = y3 (dT3 - dï\); dP' = Vs (^T'2 - dT\),

alzoo:

dm _ _ _™£üLr \sin.K{dTz~dTl)-sin.A!(dVi-dT\) ' cos. A — cos. A (

Op grond van de beschouwingen op blz. 646 en 647 der vorige aflevering, hieruit de dT's elimineerende, en de in waarschijnlijke grootte meer onderling gelijke fouten in hoogte (e) invoerende, welker verhouding tot de respectieve dT's wordt uitgedrukt door:

g3 , 1 -— •

dT2 - ~~ 15 cos. f sin. A ' 1 ~ — 15 cos. f sin. A

rfT'3 ~ — 15 cos. <? sin. A' ; 1 -15 cos. ? » A''

verkrijgt men:

d* = Yl^sTA^rcosTA') ('~3 + h ~ *"'2 ~ £'l)-

Indien r de waarschijnlijke fout eener hoogtewaarneming voorstelt, zal de waarschijnlijke fout der gevonden breedte zijn:

nauwkeurige waarnemingen met den sextant.

731