( 4o )

Wat de voltrekking van liet vonnis betreft, zoo vindt men alle schrijvers genoegzaam eenstemmig, dat in privaatzaken de eerste zelve daarvoor zorgen moet, hoe hij na het bekomen van vonnis, zich in het bezit van het hem toegewezene zoude stellen; werd hij echter daarin verhinderd, dan stond hem de l|cfAjj? ten dienst, waardoor een veroordeelde te gelijk schuldenaar van den staat werd. De staat nu, wist door eerloosverk'aring, die eiken schuldenaar der openbare schatkist trof, genoegzaam af te persen , wat hem toekwam.

Bij de regtsmiddelen, om in hooger beroep tegen een gewezen vonnis op te komen, wordt de autoriteit van theophrastus eresius ingeroepen. Deze schrijver zegt, dat eene en dezelfde zaak niet meer dan tweemaal voor het geregt kan gebragt worden.

Wat nu elke klagte in het bijzonder betreft, zoo moet men erkennen, dat de wijzigingen, die, wat de vormen aangaat, op iedere klagt kunnen toegepast worden, door den Heer meier met meesterlijke duidelijkheid behandeld zijn. Voorts kan men niet ontkennen, dat de behandeling der regtzaken naar derzelver door het object gegeven verscheidenheid, naauwelijks van de onderzoekingen over de regrsbetrekkingen zelve kan afgescheiden worden, en zoo vond men dan ook juist, vooral bij meier en platner, zeer uitmuntenden voorbereidenden arbeid tot een geheel zamenstel van het Attische regt. Zeer uitvoerig heeft de Heer meier het familieregt behandeld; ook wendt hij veel vlijt op het bijeenzamelen van de, waarlijk geringe sporen der regtsbegrippen, aangaande de verbindtenissen, obligatio, welk regt te Athene even zoo onbepaald schijnt ge.-