C 103 )

Het middel tot bereiking van dit doel, hetwelk mitsdien ook het naaste doel is (finis proximus > der wetgeving , bestaat in het verwekken van afschrik bij allen, om dergelijke handelingen te begaan, doorliet bedreigen van straffen. Metus ad omnes, pocna ad paucos peryeniat. Bij de keus der te belreigen strafsoorten, en bij de bepaling van derzei ver grootte, kan derhalve de wetgever ook de strafpolitkk raadplegen, en dus zulke, roet het doel der strafwet vereenigbare straffen kiezen , welke tegelijk de verdere verzekering en waarborging tegen den strafschuldigen, of ook zijne verbetering kunnen bevorderen.

Tevens is de strafwet regel voor den regter, en deze mag zich bij zijne oordeelen niet door bedenkingen en overwegingen van voorzigtigheid of. gunstbejag laten leiden. Zij verzekert daardoor ook de onderdanen, dat zij alleen wegens zulke daden bestraft zullen worden, die door de wet uitdrukkelijk als strafwaardig kenbaar gemaakt zijn, en ook volstrekt met geene andere straffen, dan die, welke uitdrukkelijk bij de wet voorgeschreven zijn, waardoor dus alle arbitraire correctie naar exigeniie van zake voor altijd uitgesloten zijn.

Dit schrijvende, kwam ons het pas in het licht gekomen werk, van den reeds meermaal, bij deze onderwerpen in onze Weegschaal met billijken roem yejrmelden Duitschen regtshoogleeraar, Dr. c. j. A. mittermaier, in handen (i), waarvan xtHeidelberg het (O Een werk, hetwelk zoo zeer belangrijk is, dat wij ons niet genoeg spoeden kunnen, om hetzelve aan onze landgc«ooten bekend te maken, of het misschien nog wat helper, mógt, om de bereiking'vin goede oogmerken, beboste bevorderen, ^