( 109 5

met den schrijver aan een' vriend, van wien wij haast nog meer dan van den adresschrijver verschillen. De eerste is misschien, even als de sekretaris der eeuwigdurende weeskamer in zekere stad, niet al te wel bij het hoofd. Evenwel, hij heeft hier en daar in een lucidum intcrvallum, nog al een en ander waar woord gezegd, dat sommige predikanten niet verduwen kunnen, zelfs zulke, die anders grooten roem op orthodoxie dragen. „ Aliquando etiam olitor est bona verba locutus." Maar de laatstgenoemde komt ons voor een christen te zijn van de soort, die niet veel met de gronden van bet christendom ophebben, en die, misschien wel tegen hunne bedoeling aan, het christendom meer nadeel doen, dan deszelfs openbare bestrijders. Geloovende, wat den grond der zake aangaat alles, wat de synode van Dordrecht betreft, zal men toch hare zamenroeping en zamenstelling, en vooral hare regtspleging, voor hoogst onwettig kunnen houden; maar men moet niemand haten; en hoezeer men ook de overdrevene gedragingen der remonstranten en contraremonstranten in en voor 1618 tot 1619 afkeure, geeft niets ons regt, hen te haten. De heeren ypey en dermout , hebben zich op eene wijze, de hemel weet waarom, want, wie weet het waarom van alle schrijverijen? over de synode van Dordrecht uitgelaten, die wel eens vroeger of later teregt gewezen zal worden: want de historische waarheid wreekt zichzelve, en heeft, even als de schriftuurlijke waarheid (wij gebruiken eene uitdrukking vanoaoTius) geene vreemdsoortige hulpnoodig. DU éénegeloovenwij te mogen veronderilellen, dat de schrijver van den brief aan een' vriend, niet zeer gemeenzaam bekend is met calvinüs en zijne schriften;