DE MARINIERS IN ENGELAND.

20:>

de behoefte die de marine heeft, geheel voldoende om eene uitbreiding te wettigen van deze alomtegenwoordige troepen. Misschien heeft juist die verscheidenheid in voorgestelde werkzaamheden eene uitbreiding voorkomen, maar een reden er voor is niet te vinden. In vredestijd gaat het korps rustig zijn gang met zich voor te bereiden, en daar het geen bepleiter van gezag heeft, wordt het nut vergeten door de natie, zoodat alleen, als het gevaar dreigt, aan het°bestaan wordt gedacht en het korps naar waarde geschat. Dan wordt zijn toevlucht genomen tot de mariniers, 't zij het dan ook is tot het uitvoeren van politiediensten of dienst in de batterij of als vooruitgeschoven post, of tot den aanval eener stelling of wel tot versterking der vloot.

In de laatste vergelijking, gemaakt in de R. U. S. I. tusschen matrozen en mariniers, was het eenige wat ten voordeele van eerstgenoemden kon worden aangehaald, dat zij niet zeeziek zijn. Het is zeldzaam dat een marinier door zeeziekte onbekwaam is voor zijn werk na zijn eerste reis; maar dit moge dienen om eene richting aan te geven, waarin de opleiding aanvulling vereischt ten einde hem meer zeeman te maken. Hem wordt nu geleerd hoe te roeien in een sloep, maar meer en meer moet de aandacht worden gewijd aan zijne opleiding, niet alleen in de kazernes, maar voornamelijk aan boord. Met deze uitzondering, geeft het schema der opleiding der beide afdeelingen mariniers weinig ruimte voor verbetering; maar helaas, het schema kan niet altijd uitgewerkt worden, want de menschen gaan weer naar boord voor hunne oefeningen zijn voltooid, en wanneer zij gedebarkeerd zijn, is er weini»- tijd voor herhaling voordat zij weer weg moeten. Hiervoor is het eenige middel meer manschappen.

Kazernen zouden moeten gebouwd worden dicht bij de werven, zoodat de detachementen onder de oogen der officieren blijven, en kunnen oefenen rnet het geschut, geweer en in den velddienst, behalve nog het scheepswerk. Dan zou voor de nieuwe schepen een volledi"- detachement met een officier kunnen worden gecommandeerd ; beiden "zouden geoefend zijn met het kanon en elkander kennen.

Voorzoover is te voorzien, zou er geen gebrek aan recruten zijn bij uitbreiding, vooral als rations brood en vleesch werden toegestaan aan den wal; want de manschappen, geëmbarkeerd zijnde, voelen niet zoo het gebrek aan behoorlijke positie, als de officieren. ,

In aanmerking genomen de steeds toenemende moeielijkheden met het geschut, heeft het bevreemding gewekt dat de artillerie niet deelde in de vermeerdering die bij de infanterie plaats vond, en zoodoende wordt extra inspanning met minder oefeningstijd gevorderd van een korps, dat steeds werd beschouwd als wel een extra uitgaaf waard te zijn.

Vermenging der beide takken heeft veel voorstanders en zeker zou de organisatie eenvoudiger zijn; maar de zaak is, dat de infanterie zou worden verheven tot artillerie. Een plan is reeds gemaakt zonder de onkosten te vermeerderen, maar uit een oogpunt van billijkheid zou de bepaling nooit van terugwerkende kracht