wachtschip of kazerne !

is hij bij den bouw van een woning (kazerne) gebonden aan wetten en bepalingen, die de hygiëne langzamerhand heeft in het leven geroepen, — de phantasio van den ingenieur van scheepsbouw is ongebreideld, als de zee ... . die hij zoo zelden en zeker nooit gedurende langen tijd bevaart — weshalve hij met de vele gemakken en de nog meer voorkomende oregemakken van het .scheepsleven" slechts noode bekend is. Ook dit kan een der redenen zijn, waarom een wachtschip zoo weinig aan de eischen van een gezond, bewoonbaar verblijf voldoet. Maar er is meer! Er worden meer woningen gebouwd dan schepen, de bouwmeester aan den wal beschikt dus over meer gegevens; de scheepsbouwmeester ontvangt rapporten uit „de tweede hand", zijn collega aan den wal oefent zelf en veel gemakkelijker controle uit over door hem aangebrachte veranderingen.

Langzamerhand verdwijnen onze houten wachtschepen met hun ongezonde lage verdiepingen, met hun hoofdmassa, die zoo spoedig aan rotting onderhevig is, met hun moeielijk te verwijderen ruimwater, dat zoo gemakkelijk in het hout dringt.

In het ijzeren schip zijn wel meerdere licht en lucht toevoerende openingen aan te brengen. Maar .... het ijzeren schip is spoediger vochtig en dat vocht blijft, als het schip niet krachtig geventileerd wordt, en juist het vent'deeren is er niet gemakkelijker op geworden, door de vele ruimten, w.aarin het ijzeren schip is verdeeld.

De houten schepen waren minder „gehoorig", en de temperatuur binnen in het schip bleef gelijkmatiger, omdat hout zulk een slechte warmtegeleider is, en niet als ijzer dus zoo spoedig de temperatuur van de omgeving aanneemt.

Veel zijn wij dus niet vooruitgegaan, te meer daar de zaak van dat ruimwater nog steeds ,,in onderzoek" is.

Volgens Ki.osser, Scheepsgezondheidsleer Deel I pag. 135, nam Dr. Ringeling waar: „dat verschillende ziekte-kiemen (de kommabacillus) na negen maanden in het ruimwater nog ontwikkelingsen levensvatbaar waren". Dit is niet juist!

Ringeling vond, wat a priori te verwachten was, aangezien het ruimwater behoort tot de sterk met organische stoffen verontreinigde watersoorten, een groot aantal micro-organismen.

Ook kon hij in vooraf gesteriliseerd ruimwater, dat echter in de vullingen van schepen nooit voorkomt, pathogene organismen dagen lang (o. a. cholera-bacillen 37 dagen) in het leven houden en tot°vermeerdering brengen, evenals Nicati en Rietsch (Revue d' Hygiëne 1885, No. 5).

Dat de levensduur der pathogene bacteriën in vooraf gesteriliseerd ruimwater nog langer kan zijn, kon, wegens den beperkten tijd van het onderzoek, niet worden aangetoond. Dat dit nochtans zeer waarschijnlijk is, moet men besluiten uit de onderzoekingen van Wolffhügel (Wolffhügel und Riedel, „ Die Vermehrung der Bacteriën im Wasser", Arbeiteu aus dem Kaiserl. Gesundheitsamte, B. I, 3-5, H. 1886). Deze vond toch o. a. voor de cholera-bacillen, dat, in vooraf gesteriliseerde watersoorten als: Panke,- Spree-, bronen leidingwater, de cholerakiemen na zeven maanden nog in groot