472

correspondentie.

tuurlijk met de intentie deze goederen te zijner tijd aan anderen weer te verkoopen.

Natuurlijk weten wij, in onze kwaliteit van fabrikanten van verduurzaamde levensmiddelen, even goed als TJ dat de besmetting niet van directen invloed kan zijn op den inhoud der bussen. Terecht zou dit te beweren eene ongerijmdheid zijn. Doch geeft TJ zich wel rekenschap welke de gevolgen zouden kunnen zijn voor gebruikers en voor ons, wanneer bij toeval eenige berri-berri-bacteriën (door het openen der bus bijvoorbeeld) in contact kwamen met den inhoud ?

TJ zegt „dat de bergplaatsen van Hr. Ms. „Friso" niet ontsmet, en dus officieel als niet door berri-berri (gesteld dat het werkelijk

deze ziekte geweest is) besmet beschouwd zijn ". Wij

gelooven echter niet, geachte redactie, dat pathogene bacteriën veel rekening zullen houden met het meer of minder „officieele" hunner besmetting!

Bovendien, het enkele feit dat onze firma de goederen in kwestie had teruggenomen 20u voor het publiek reden te over kunnen zijn om van de gunstige opinie, die het zoo ondubbelzinnig doet blijken van onze artikelen te hebben, een groot gedeelte te verliezen.

Hiermede hopen wij, geachte redactie, voldoende aangetoond te hebben, dat geen oogenblik bij ons de bedoeling heeft voorgezeten ons aan eene contractueele verplichting te onttrekken, doch dat de zorg voor het behoud van onzen onbesproken naam het eenig motief is geweest van ons handelen.

In de hoop dat U dit eenigszins uitgebreid schrijven zult willen opnemen in de eerstvolgende aflevering van het Marineblad, teekenen wij ons „ . j-,.

J Uw dienstw. Dienaren,

W. Hoogenstraaten & Co.