BERAADSLAGING.
725
rekend heeft voor totale besparing wegens het wegvallen van de sleepboot en den kotter.
Mijns inziens vergelijkt de Minister twee ongelijksoortige zaken.
Indien hij schepen in huur neemt en eene zuivere rekening wenscht op te maken, dan moet hij ook de kosten van aanbouw medetellen, gelijk wij ook op deze begrooting weder een post van aanbouw vinden voor aanbouw van een nieuwen kotter; hij moet dan dien aanbouw over een zeker aantal jaren verdeelen en dan de annuiteit in rekening brengen. Maar bovendien komt het mij voor, dat abusievelijk zijn dooreengemengd de bemanning noodig voor het loodsen en die voor het manoeuvreeren der schepen en daardoor komt het, volgens mijne bescheiden meening, dat de Minister over het hoofd heeft gezien de groote voordeelen, de groote besparingen, die voortvloeien uit het invoeren van den stoom bij den loodsdienst. Men kan hetzelfde doen met oneindig minder personeel en dus minder kosten.
Laat ons de rekening opmaken zooals die behoort en daartoe nemen de cijfers van den vice-consul te Dover.
Hoe was de toestand vroeger aldaar en hoe is hij nu ?
Vroeger had men drie dienstdoende zeilschepen en een reserve-zeilschip.
De kosten waren toen 4 X 1025 pd. st. = 4100 pd. st.
Nu heeft men twee stoomschepen, waarvan men de kosten berekent op 2500 pd. st. per stuk, dus op 5000 pd. st. te zamen, dus meer 900 pd. st., maar, nu komt daartegenover de creditpost. Thans doen 24 loodsen het werk van 36 loodsen en doen het beter dan vroeger. Dit geeft dus eene besparing van 12 loodsen. Schat ik die gemakshalve op 150 pd. st. per persoon, (ik blijf dan zeker beneden de werkelijkheid), dan kom ik tot eene besparing van 1800 pd. st. Zuivere besparing 900 pd. st.
Ik wensch nog een voorbeeld te noemen.
Het Engelsche loodswezen voorziet in den dienst te Dungeness met twee stoomschepen; volgens de Memorie van Beantwoording bladz. 30, acht deze Minister voor Dungeness noodig twee dienstdoende stoomvaartuigen en een reserve-stoomvaartuig, minstens twee zeilvaartuigen en een reserve-zeilschip.
Commentaar acht ik, wat mij aangaat, overbodig.
Where there is a ivill, there is a way, dat is vooral waar in tegenovergestelden zin.
De Minister heeft zich gewend tot particulieren om opgaaf van kosten voor het in huur krijgen van twee stoomloodsvaartuigen voor den tijd van tien jaren. Indien mijne inlichtingen juist zijn — en ik heb alle reden om ze als juist te beschouwen — dan heeft hij zich daartoe gewend tot de firma L. Smit & Co., eene firma ver boven mijn lof verheven. Indien ik echter de keuze der firma goedkeur, dan doe ik dit niet ten opzichte van het systeem. En in 1891 èn in 1895 heb ik er op gewezen, dat de verhouding tusschen loodswezen en sleepdienst op het oogenblik onzuiver is en met den besten wil van de wereld conflicteu niet te