C 380 )

op onze universiteiten niet te keren zoude zijn, verondersteld, dat de leerstoelen door mannen be* zet zijn, die den geheelen omvang der wetenschap met hunnen geest overzien? en zoude men het wel zoo geheel mis hebben, wanneer men verzekerde, dat het verdere, wat ter vorming van goede staatsdienaren vereischt wordt, niet door theoretisch onderwijs op universiteiten kan bijgebragt worden ? De landen en gewesten toch kunnen niet, even als bijzondere personen, wanneer zij ziek zijn, in een nosocomium , of ziekenhuis gebragt worden; en zoo is dan de wetenschap, welke de staatsdienaren ter hunner vorming noodig hebben, voor geen clinisch onderwijs vatbaar, alwaar de professor aan de ziekbedden der uitgeteerde zieke steden en gewesten, experimenten zou kunnen maken ter leering zijner discipelen, en dan , zoo als een der professoren te Venetië zeide, die op het ligchaam van den hem onr btkenden muretus , de proef van een nieuw geneesmiddel wilde maken, en daarbij aan zijnen ambtgenoot zeide: „ faciamus experimentum in corpore vili" In zeker stadje van Duitschland is men trouwens eens zoo ver gegaan, dat men om de dynamische kracht van eenige, naar eene nieuwe manier gemaakte brandspruiten te beproeven, een gedeelte huizen in brand stak, en zulks met oogmerk ook , om goede brandspuitmeesters te vormen l Doch tot die hoogte is gelukkig bij ons de staatshuishoudkundige ijver niet geklommen. En wat handel , landbouw en fabrijken betreft, het is niet te ontkennen, dat er vele kundigheden zijn voor den landbouwkundigen, den koopman, den fabrijkant nuttig, die aan universiteiten beter aangeleerd kun?