( 528 )

sluiten, dat hij uit welgegoede Ouders geboren is: want hoe anders zouden zij aan den jeugdigen koen de opvoeding hebben kunnen geven, die hij in zijnen volgenden leeftijd toonde genoten te hebben? Reeds vroeg werd hij door zijne Ouders tot den koophandel bestemd en naar Rome gezonden, om op het beroemde kantoor van piscatori, in al hetgene tot den koophandel en haliaansch boekhouden betrekking had, de noodige kennis op te doen. Zoo prijzenswaardig het is, brave ouders te zijn, wien geene opoffering te groot is, om hunne kinderen toe te rusten met die kundigheden en wetenschappen, welke hun noodig zijn, om met eer te verschijnen in de loopbaan, die zij eenmaal wenschen in te treden; even zoo geeft het een gunstig denkbeeld van 's jongelings inborst, die door onvermoeide vlijt en werkzaamheid, de opofferingen zijner ouders tracht te vergelden, en zich eenen voorraad van kundigheden verwerft, waardoor hij zijn vaderland tot eere,enzich zeivenen den zijnen tot nut en roem we»

zen kan. Dit schijnt in den volsten zin op den nog jeugdigen koen te kunnen worden toegepast: want reeds in 1607, dus naauwelijks in den bloeijenden leeftijd van 20 jaren, werd hij door de kamer Am* sterdam, als Onderkoopman, op het schip NieuwHoorn, naar de Oost-Indien gezonden, van waar hij in 1611 in dezelfde bediening naar het vaderland terugkwam.

Het geslacht van koen heeft aanteekeningen, die met zekerheid tot 1541 opklimmen. Men vindt in die familie-aanteekeningen allereerst genoemd albert martense koen, Roomschgezind, die eenen togt gedaan heeft naar het Heilige Graf in bedevaart,