( 6i? )

III. Dat dezelve als eene» weitiglijk verbindenden titel, tegen den schuldenaar kunnen gebezigd-worden. Want bij diezelfde wet, is aan de Notarissen het regt verleend, om hunne grossen in denzelfden vorm af te geven, als waarin de regters hunne vonnissen uitvaardigen , wanneer aan dezelve parate executie moet verleend worden. Zoo en in diervoege, dat zonder nader of verder regterlijk onderzoek of condemnatie, de schnldeischer ageren kan tegen den schuldenaar tot volbrenging of voldoening (praestatie ) van datgene, waartoe zich de schuldenaar heeft verbonden. Zie de zoo even aangehaalde artikelen, vooral ook art. ai der wet, van 25 Nivose XI. jaar.

Hét Notarisambt is dus volgens de thans nog vigucrende wetten, niets andrrs dan de uitoefening eener vrijwillige Jurisdictie; dat is, van eene Jurisdictie , die hun door den vrijen wil der partijen opgedragen wordt. Geenszins, die zij den vriien wil hebben om te aanvaarden of te weigeren, art. 3; de aangehaalde wet laat hieromtrent geenen redelijken twijfel over. Ils sont tenus de préter leur ministère, lorsqu'ils en scront requis. De gevallen, waarin een Notaris zijn ministerie moet weigeren, zijn opgeteld bij merlin in zijn Repertoire, op het woord Notaire §. V. p 1. in fine. Waaruit volgt, dat een Notaris, niet minder dan een Regter, zich aan deni de Justice of regtsweigering kan schuldig maken.

Volgens de aangehaalde wetten mag men dan ook gerustelijk beweren, dat de in wettelijken vorm vervaardigde notarieele instrumenten, hetzelfde gezag hebben , tusschen de partijen , die zich van het ministerie eens Notaris bedienen, a's het vonnis van den publieken regter; behoudens die weinige gevallen, welke