HET 8 P O

De Leidsche voorhoede is al dadelijk actief en goed gesteund door de middènlinie, kan ze dat geruimen tijd blij ven. Vooral Tetterode weet door z'n snelle rennen en z'n stevig spel de Haagsche verdediging menigmaal te overrompelen. Uit een hard schot van dezen speler, eerst door Chapelle gestopt maar slecht weggewerkt, komt het eerste punt. H.V.V. valt hierna flink aan en het spel is geruimen tijd op Ajax helft echter zonder succes voor de hometeam, daar de voorhoede allerslapst spel vertoont.

Ajax blijft door snelle uitvallen gevaarlijk en als Tetterode weer eens aan de geelzwarte verdediging zijn hielen laat zien, brengt hij met een goed schot den stand op 0—2. Zoo wordt van doel verwisseld.

Pas is weer begonnen of Ohapelle maakt het eerste en eenige punt voor H.V.V. Ajax blijft hierna echter bijna steeds sterker en het is slechts aan het goede werken van H.V.V."s verdediging te danken dat er niet meer gedoelpunt wordt. Tegen het einde schijnt de gelijkmaker te zullen komen als de scheidsrechter H.V.V. een strafschop toekent. Op advies van den grensrechter wordt dit echter veranderd in een vrijen schop buiten het strafschopgebied, een beslissing die nogal — en o.i. terecht — protest uitlokte.

Het einde kwam kort daarna met 2—1 voor Ajax.

De H.V.V.-verdediging had voor haar harde werken zeker meer succes verdiend. De voorhoede was vrij zwak.

Bij Ajax verdiend Tetterode een speciale vermelding.

Hercules—Quick 1—2.

't Was al weer een half orkaantje, dat er van uit het Westen te blazen stond schuin over het veld.

Quick gewend aan de Hanenburgsche stormvlagen voelde zich er dadelijk in thuis vooral om er tegen in te spelen, Hercules is met wind mee het eerste kwartier geheel de kluts kwijt. Ook de achterhoede is in die periode niet zoo zeker als anders en door wat meer berekend spel had een van de twee doelpunten, die door Quick in die eerste vijftien minuten werden gemaakt, zeker wel verhinderd kunnen worden.

't Spel van Quick is gedurende een klein half uur na 't begin werkelijk overbluffend. Netjes samenspelend komen de blauwe jerseys telkens weer opzetten alle windvlagen negeerend. Vooral de rechtervleugel, de internationale, is bijzonder in actie en breekt herhaaldelijk gevaarlijk door, ook de linkervleugel speelt lang niet onverdienstelijk, vooral ook door het zeer harde loopen van Klicks, doch hier is het spel niet af, er ontbreekt meestal een goede voorzet of een goed schot.

Toch had Quick aan het eerste doelpunt evenveel schuld als een pasgeboren kind. Welcker zet een bal voor, die met «ffect het veld indraait; een der Utrechtsche achterspelers wil hem met zijn lichaam opvangen en medenemen, doch de wind doet den bal er langs afglijden en met nog meer effect draait hij net langs den paal het doel in tusschen de grijpende

R I 6 L A D, 15

handen van den verrasten Brandsma door. Nog houdt Quick's overwicht aan, al benaderen de blauwwitten nu reeds herhaaldelijk het Haagsche doel. Weer een voorzet van Welcker, die „Jops" met een goed geplaatst, listig gemikt schot onbereikbaar voor Brandsma in een hoekje deponeert. 0—2.

Van nu af echter toont Hercules zich volkomen de gelijke van de aanstaande kampioenen, zelfs zijn ze „den resteerenden tijd voor rust ten gevolge van den wind beslist sterker.

Doch een stormwind als deze doet de ballen veel harder langs den grond rollen dan menschen loopen kunnen en alles gaat tergend voor 't publiek over de uitlijn of vliegt hoog over 't doel.

Toch zijn er genoeg kansjes. Eens^schiet Begeer keihard, maar Ferzenaar stopt op 't juiste moment en de juiste plaats. Ook Roozeboom ontwikkelt eenige schutterstalenten, enkele goede schoten van hem worden op dezelfde accurate wijze behandeld. Een paar maal vliegt alles op het Quickdoel af, gebrekkig en onzuiver samenspelend weliswaar, maar toch fanatiek, een laatste schot blijft meestal achterwege.

Eindelijk kaa na veel heen en weer getrap voor 't doel Frlips een gaatje vinden en Hercules heeeft tegen gescoord.

In deze periode vooral heeft Quick veel aan zijn verdediging te danken gehad, speciaal aan Otten en Ferzenaar, welke eerste zich echter wel wat te veel toelegde op uittrappen.

Na rust krijgt Quick den wind mee en velen dachten al dat er nu van Hercules geeii steek heel zou blijven.

Maar Quick spaelt nu een veel slechter spel en 't mooi sluitende combineeren is ver te zoeken. Daarentegen heeft de Stichtsche voorhoede haar welbegrepen verband weer te pakken gekregen en brengt 't publiek in extase door haar zeer doortastend spel. Vooral „Daniël" en Bajetto blonken hierin uit. Jammer toch, dat beiden niet beter schieten kunnen 1 Ook v. d. Velde en Haak rennen dikwijls met groote snelheid langs de lijntjes hun half back verre voorbij enkele goede voorzetten zweven gevaarlijk dicht langs 't Hanenburgsche heiligdom, maar steeds ontbreekt de eenig noodige „finishing touch." Alleen Filips kon mij niet bekoren. Zoolang hij zich niet toelegt op veel meer activiteit en vlugheid, zal hij nimmer een bruikbaar le klasse speler worden.

Toch is Quick, nu tengevolge van den wind, in doorsnee iets sterker. Ook voor 't Hercules doel ontstaan herhaaldelijk kritieke oogenblikken, maar de nu zeer actieve verdediging en de bijzonder goed werkende middenlinie maken, dat Brandsma zelfs betrekkelijk weinig te doen krijgt. Zoo verloopt de tijd.

Het publiek smeekt zijn favorieten om een goaitje. Quick wordt terruggedrongen steeds weer. De strijd wordt uiterst spannend. Zou Hercules nog gelijk maken ? 't Schijnt zoo wanneer de bal reeds op da doellijn zweeft en door een toeloopenden Herculesspeler zal worden ingezet, als echter de scheidsrechter plotseling fluit, omdat Ferzenaar tegen de doelpaal is cpgeloopen en een oogenblik niet verder spelen kan. Waarom die zekere kans Hercules ontnomen?