HET SF OETBLAD.

7

Wedstrijden

OVERZICHT.

De laatste competitiematch in het afstervend seizoen bezorgde Haarlem en Haarlem II een nieuwe tweede klasser, waardoor het verlies van H. F. C. II midder zwaar wordt. Hercules II, dat met 1—0 van de Haarlemmers verloor, verbuist hierdoor naar de 3e klasse.

Eindstrijd Gouden Kruis.

Ajax—Holland 1—3.

Ajax. Bottelier,

Van Weeren Jr., Schoevaart, Den Hamer, Holst, Fortgens Van Limpt, Van Weeren Sr., v. d. Berg,

Alofs, Kammeijer.

Leibbrand, v. d. Broeke, Leeuwarden,

v. Oosten, Brockmann, Tates, Tamminga, Seijlhouwer, A. Pelser, Fillet, Holland. J. Pelser.

Holland mist alzoo Kooij, Ajax telt drie invallers en heeft nog al wijziging in de opstelling. Als scheidsrechter Kappenburg beginnen fluit, worden eerst de gebruikelijke cheers aangeheven voor den A.V.B., voor Holland, voor Ajax en dan zijn de eerste minuten voor Ajax. Fillet werkt echter keurig weg, Pelser krijgt weldra den bal te stoppen. Hollands voorhoede begint al spoedig los te komen, uitnemend door de middenlinie gevoed, en laat vaak goed samenspel zien, Schoten op Ajax's doel gaan echter naast. Ajax's linkervleugel breekt eenige malen goed ' 3Ü *^ter '^chot langs het doel

krijgt Peïsei^en baF'tL ve/werken, doch het laat zich aanzien, dat Holland wel het eerst zal doelpunten, Na goed opbrengen door de geheele voorhoede zet Leeuwarden den bal in het net, 0—1.

Ajsx zet nu aanvankelijk wat meer op. Een prachtkans krijgt Ajax, als uit een vrijen schop de bal voor doel wordt gezet, doch dan wordt hoog over geschoten. Fortgens breekt eenige malen door, maar op het soliede spel der Holland backs stuit de aanval af. Ook van Limpt heeft daardoor met eenige rennen langs het lijntje, geen suceeë. Pech heeft Ajax, als na goed opbrengen van den bal, deze juist naast het doel rolt.

Doch dan oordeelen de blauwgelen den aanval van Ajax voorloopig in voldoende mate te zijn geschied. En Bottelier èa Ajax' achterhoede krijgen hard werk, zoodat Fortgens meo verdedigen gaat. Van den Broeke kopt tweemaal na elkander den bal net over. Een Ajax back schijnt den bal in eigen doel te willen gaan zetten, doch de bal springt tegen de lat en Bottelier weet hem nog juist over de lijn te werken. Meerdere hoekschoppen worden door Holland genomen ; Aj <x' elftal, dat geheel op eigen helft is teruggedrongen, weet echter te maken, dat Holland van al die schoone kansen niet profiteeren kan. Als rust wordt aangekondigd is de stand nog slechts 0—1 ; doch de

algemeene opinie is, dat Holland wel winnen zal.

Na de hervatting schijnt dat vermoeden echter niet bewaarheid te zullen worden. Ajax speelt oneindig beter dan in de eerste helft, wellicht door een omzetting van het elftal, waarbij Holst in de verdediging en Schoevaart naar voren gaat. Het spel wordt meer over beide helften verdeeld met Ajax wellicht iets in de meerderheid. Een doorbraak van Van Limpt heeft succes. Pelser, die misschien door uitloopen het doelpunt had kunnen verhinderen, blijft op zijn doellijn staan en moet den bal laten passeeren 1—1. Aj*x vindt in dit succes nieuwe aanmoediging. Achterhoede en doelverdediger van Holland krijgen eenige malen den bal uit goede schoten te verwerken.

Doch dan krijgt Holland zijn samenspel terug. Brockmann zet den bal keurig voor, een Holland speler duwt den Ajax-doelman op zn', vóór deze den bal heeft. Gevolg natuurlijk : een vrije schop en de kans weg. Bottelier die zich verdienstelijk weert, heeft echter het ongeluk, bij een der vele schermutselingen voor doel te vallen en zijn arm te bezeeren, waardoor hij zijn doel moet verlaten. Holland staat een invallar toe, een ridderlijkheid bij een stand 1—1 in zulk een belangrijken wedstrijd, die de sympathie voor Holland zeker nog zal verhoogen.

Van Kuyk, de jeudige doelverdediger die vóór 14 dagen zoo uitnemend Ajax-doel verdedigde, komt thans tussehen de palen, doch ondervindt al het onaangename van op vreemd schoeisel en op niet van te voren verkend terrein te moeten invallen. Bij het eerste schot, dat hij te verwerken krijgt, struikelt hij, voor hij den bal heeft en Van den Broeke is er als de kippen bij, om Holland de leiding te geven 1—2.

Nu is het Holland weer, dat den heilzamen invloed van succes-hebbsn demonstreert. Telkens aanvallen der voorhoede. Van Kuyk stopt op even verdienstelijke wijze als tegen Volharding verschillende malen den bal.

Ajax geeft langzamerhand den moed op. Fortgens echter houdt vol, beproeft in zijn ééntje den stand gelijk te maken, doch kan tegen de combinatie Fillet—Pelser Jr. niet op. Als ten slotte Van Weeren mist en Schoevaart stil voor het doel blijft staan, weet Brockmann den bal te bemachtigen, zet keurig over naar Leibbrand, die den bal inkopt 1—3. Hiermede is de wedstrijd beslist; eenige minuten later heeft Holland voor een jaar het Gouden Kruis veroverd.

Bij verhindering van den voorzitter van den A.V.B., reikte de heer N. G. Geelken in tegenwoordigheid van een zoo talrijk publiek, als ik nog nimmer bij een Gouden Kruis-finale heb geziea (ik schat een 600 man publiek aanwezig te zijn geweest), het gouden eereteeken aan den winner uit met een toespraak, waarin hij in het kort de geschiedenis der Gouden Kruis-wedstrijden memoreerde en daarna der winnende vereeniging — voor het eerst een 3de klasse club — herinnerende aan het noodlot, dat haar vorig en dit seizoen bad vervolgd — toewenschte, dat ze in het komende seizoen er in mocht slagen, een plaats te verwerven onder, dat is te midden van haar slachtoffers der Gouden Kruis-wedstrijden, clubs uit de tweede klasse-competitie van den N.V.B.