HET SPORTBLAD.

5

met den bal in handen, zóó, dat we telkens als hij den bal opving aarzelden.

Om 4 uur 2 weet Willing hem te snappen voor 3 pas, alzoo vrije echop, die wel in eens in 't doel mag, maar die eerst dan 'n doelpunt oplevert als de bal in 't doel komt na aanraking van een der andere spelers dan hij die den trap doet. Nu moest den Slavianen eerst beduid worden, dat ze op Meter van den bal hebben te blijven of moeten plaats nemen op de doellijn.

Deze regel scheen hun niet bekend, althans, tot 3 maal toe kwam de kleine rechtsbuiten na de fluit, maar vóór den schop dichter bij. Telkens overnemen natuurlik, wat baat 'n waarschuwing, zoo dacht Willing terecht?

Eindelijk dan de trap van Snethlage en de bal belandt in 't net.

Aangeraakt of niet. Collega Fritzie zou 'n? en 'd! zetten.

Willing zei „ja". . . I Snethlage „neen". . .! Akkersdijk „ja". . .! Slavia „neen". . .! Zoo ging 't door!

Slavia drong om Willing heen, deze handhaaft z'n beslissing en wil midden-uit laten trappen als Slavia er mee ophoudt en al de spelers in dolce-far-niente in 't gras gaan liggen.

Tromp komt 't veld in en beweegt Willing op z'n beslissing terug te komen. Dijxhoorn, de grensrechter van „de Zwaluwen", heeft geen zekerheid. Wij zelf stonden te ver af om 't oordeel uit te spreken, 't Was anders weer kostelijk, die meening van 't publiek!

Menschen, die nota bene bij de andere goal stonden, hadden hun oordeel en velden hun vonnis. Men vergeet, dat 't „aanraken" al heeft plaats gehad als de bal b.v. slechts langs 't lipje van de gesp van den pantalon van een der spelers schuurt.

Hoe is dit te zien op verren afstand.

Neen, er was geen enkel motief te twijfelen aan de juistheid van Willings beslissing.

Toch, hadden we 't beter gevonden, als Willing eerder had toegegeven. Dit geval lijkt frappant op dat, wat wij hadden bij den wedstrijd H.V.V.—Darlington. In de tegenpartij zóó unsportmanlike om zich te verzetten tegen de beslissing van 'n eerlijk, onpartijdig scheidsrechter, geef dan toe .... althans! .... bij 'n wedstrijd waar de scheidsrechters geen rugsteen (als bij competitiewedstrijden 't Huishoudelijke Reglement van don N.V.B.) achter zich heeft.

't Wordt anders wel zoetjes aan tijd, dat men maatregelen neemt ten einde dergelijke dingen in 't vervolg te voorkomen.

Dit intermesso duurde ruim 7 min. en Willing verzuimde — zoo wij vernamen van iemand *met 'n chronometer gewapend! — dit onophoud later in rekening te brengen.

Als 't rpel. weer hervat wordt is 't net of Holland vuriger speelt, of ze nu willen winnen, Snetlage schiet enkele malen op 't net en Colenbrander staat met Otten tot over de helft van 't veld. Binnen 10 minuten geeft de Bruin Kops 'n boogje naar binnen, één der backs wil den bal met 't hoofd terugspelen op z'n eigen keeper, doch kopt in eigen doel (1—1). Slavia is dan weer aan de beurt, Beeuwkes treedt weer reddend op en Bekker maakt

enkele malen „fauls", die Willing bestraft ook.

Het tweede doelpunt komt van Snetlage, die heel alleen den bal opdrijft, met twee Slavianen naast zich maar verder en verder rent en dan eindelijk op 15 meter afstand met 'n laag schot in den hoek z'n partij de leiding geeft, 't Publiek wordt dol door dien geluksroes. Ook in de laatste oogenblikken van den wedstrijd treden Welcker, Stempels en de Korver meer op den voorgrond. Welcker deed voor de rust niet veel doch werd daarna beter, maar de twee halfs waren den heelen wdstrijddoor in actie en lieten mooi spel zien. Maar speciaal op 't laatst kwam Bok, zoo echt, zooals Bok dat kan en graag doet, mee naar voren! Tusschen Akkersdijk en Thomee in! En in eens . . . flang, daar schiet ie, jammer d'r naast. Even later weer de Bruin JCops opdringend naar binnen, passeerend wat langs 'm komt en in eens achterwaarts weggegeven aan Akkersdijk, die, na gericht te hebben, de derde goal ter wereld brengt.

Toen kregen we medelijden met Kozek en z'n mannen Om 'n reputatie, die gevestigd was, om 'n naam, die klonk, die deed sidderen en vreezen, in twee maal IYj uur zoo te vertrappen . . . sjonge, da's hard hoor!

En nu waren er geen plasjes op 't veld ook, sapristi, wat zag er dat leelijk voor Slavia uit!

Toch gelooven we, dat de kerels beter kunnen dan ze ons hier lieten zien. Wat ze goed deden, dat was 't laag houden van den bal. Sneller dan onze spelers waren ze niet, even stevig en gelukkig ook niet gewend aan salon spel. De vleugels gaven hun voorzetten — net als de Engelschen dat altijd doen — achterwaarts naar binnen, zoodoende 't onderscheppen door den doelverdediger en 't buitenspel zijn van partners voorkomend, 't Schieten is ons zeer tegen gevallen en natuurlijk vooral van Kozek. De man, waar we zooveel van gehoord hadden, loste de drie uur, dat we hem zagen spelen, geen enkel schot, dat vermelding verdient en in Belka zagen we eerder'n goalzetter.

Wel werd Kozek goed in de gaten gehouden, maar dat deed men Pikky Hisgen en Willem Hesselink doorloopend en die scoorden ondanks dat, toch geregeld. Kotouc, de center-halfback, verrichtte mooi werk. Dit is bepaald 'n superieur speler, die z'n collega's 'n hoop werk uit de handen neemt en bovendien z'n toch alzoo zware spelverplichtingen uitstekend nakomt.

Ook 't backstel was vast van trap en wist — 't moeilijkste voor den achterspeler — 't juiste moment van inloopen.

't Zwaluwen XI, niet veel verschillend met 't Ned. XI, was als team, als geheel dus, goed.

't Succes behaald in dezen en ook in de an • dere matches is voor 'n groot deel aan de middenlinie te danken, naar onze meening. Zondag waren Stempels, de Korver en Bekker dan ook weer zeer goed. 't Stel Otten—Colenbrander staat veel lager dan Heyting—Stom en — alleen lettend op de prestaties van Zaterdag en Zondag — zouden we ïieijning—Mundt misschien nog wel prefereeren,

Beeuwkes speelt goed en gelukkig. Op belangrijke wedstrijden vooral schijnt hij steeds in conditie en blunders maakt hij bij zulke ontmoetingen nimmer.