14 HET S P O

maken. Tot nog toe is het criterium bij de indeeling van de competitie altijd geweest dat men de clubs zulke reizen liet doen, die op een dag konden worden afgelegd. Mecschelijkerwijs is dat voor P.W. bij indeeling in het oosten niet mogelijk.

De heer De Boer merkt op, dat 't Zesde dan ook wel bezwaar kon gaan maken. Die moet ook wel naar Enschede.

De heer Portheine wil, zonder aan te geven wat nu direct de beste regeling zou zijn, even opmerken, dat de heer De Boer van meening schijnt, dat alleen de oppositie van P.W. uitging. Spr. kan echter verzekeren, dat de gezamenlijke oostelijke eerste klassers tegen indeeling bij het oosten zijn. Wilhelmina telt natuurlijk in dit opzicht niet mee, omdat deze vereeniging er geen belang bij heeft. Men schijnt te veel uit het oog te verliezen, dat, al zijn vele afstanden even groot als sommige in het westen (naar het aantal kilometers berekend), de aansluitingen in het oosten zoo lastig zijn, dat men veel langer in den trein moet zitten.

De reis Ensehede-Breda is voor liefhebbers op ée'n dag niet te doen. Wageningen-Breda evenmin. Men denkt dat Wageningen veel dichter bij Breda ligt doch men vergeet dan weer, dat men eerst met den stoomtram naar Ede moet, dan over Utrecht per spoor naar Breda. Het zijn veel te lastige reizen. Het Zesde hoort geografisch heelemaal niet thuis bij het Oosten. Spr. acht dan ook het voorstel de Boer om bij het Oosten in te deelen glad verkeerd.

De Heer Gratama heeft lang en breed over de toestand nagedacht. In het Oosten hoort 's Zesde niet thuis. In het Westen is men voor een deel tegen de opname daar. Hij gelooft echter, dat het voor het Zesde zelf ook niet is aan te bevelen, ingedeeld te worden bij het Westen. Men is nu in een roes van overwinningen en denkt natuurlijk veel meer te kunnen dan inderdaad het geval zal blijken te zijn. Men moet niet vergeten dat men hier te doen heeft met een club van een zeer byzonder karakter, Het zijn militairen, onderofficieren, die een ondergeschikte positie bekleeden. Men wordt in dienst zeer gecontroleerd en heeren officieren zeggen al heel spoedig dat zulke onzinnige reizen voor de militairen geen ontspanning opleveren. Men komt eens te laat thuis, mist een verbinding en krijgt straf. Men is den volgenden moigen nog niet bekomen van de vermoeienissen en doet zijn dienst niet goed en direkt wordt alle3 op de rekening van voetbal geschreven en spreker voorziet er op die manier op den duur een verbod in.

Indeeling in het westen zou onbillijk zijn tegenover vereenigingen als V.O.C. en Achilles, die jaren achtereen gestruikeld zijn tegen veel sterker tegenstanders terwijl het Zesde, die zeer toevallig een zeer zwakke tegenpartij in Quick Nijmegen vond, nu ineens in de westelijke eerste klasse, het El dorado, zou terecht komen. Dat is een onbillijkheid waartegen anderen met recht zouden kunnen protesteeren.

Dan zou men Achilles ook in de gelegenheid moeten stellen te toonen dat het sterker was dan deze om uit te maken, of deze vereeniging dan ook in de westelijke eerste klasse thuis hoort.

In het oosten is de indeeling ondoenlijk. We

E T B L A ü.

staan nu voor het systeem door den heer Kips aangewezen, dat leert, een verdeeling te maken niet in Oost en West, doch een horizontale lijn te trekken en een noordelijke en zuidelijke eerste klasse te maken.

De heer Hirschman zou den vorigen spreker op een paar punten willen bestrijden. Hij had het namelijk over een onbillijkheid ten opzichte van Achilles. In de eerste plaats heeft hot Zesde regelmatig den eerste klasse titel veroverd en daaraan mag niet getornd worden. We kunnen er niet een ander soort eerste klasseschap op nahouden. Bovendien zou ik den 2e klassers kortzichtigheid verwijten, wanneer men inderdaad bezwaar maakte tegen indeeling van het Zesde bij het westen, want nooit hebben de tweeda klassers, menschelijker wijze gesproken, een schooner gelegenheid gehad dan nu, om een van allen het volgende jaar in de eerste klasse te komen, als het Zesde daaraan wordt toegevoegd. Nu wil men een verdeeling in noord en zuid maken. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat men bij de verdeeling in oost en west indertijd minder de geographische ligging op het oog heeft gehad dan de treinverbindingen, die in het westen het beste zijn. Ik gevoel iets voor het systeem Kips, het is echter een ideaal, doch wij zijn n. m. m. zoo ver nog lang niet en zoo lang moeten we bij de oude regeling blijven.

Na al wat spr. gehoord haeft helt hij er het meeste toe over om het Zesde in te deelen bi) het westen.

De heer de Haan stelt de vraag: indeeling ip het oosten of in het westen. En waar hij dan ziet, dat de gezamenlijke oostelijke eerste klassers op één na protesteeren tegen indeeling bij het oosten, en de meerderheid der westelijke eerste klassers geen bezwaar maakt tegen indeeling in het westen, is het toch het makkelijkste en ook het meest logische dat men 't Zesde indeelt in de westelijke eerste klasse. Doch ook ten opzichte van de vereeniging zelf is indeeling in het westen beter. Meu heeft makkelijker reizen en misschien nu en dan wat aangenamer wedstrijden.

De heer van den Berg is het met den heer de Haan volkomen eens en zijn motief is, dat hij vreest, dat men bij het maken van dergelijke ongemakkelijke reizen als in bet oosten noodig zijn van hoogerhand zal ingrijpen wat het Zesde meer kwaad dan goed zal doen. Bovendien voelt spr. wel eenigszins het bezwaar, dat men terwille van een enkele vereeniging op een zeer onverwacht tijdstip een ingrijpende verandering in de competitie-indeelikg zou gaan makenDaarom adviseert hij indeeling in het westen te meer waar het meerendeel der westelijke eersW klassers er voor is.

De heer De Boer zou nog willen antwoorden» dat men van hoogerhand juist op veel steun kan bogen. De heer Duijnhouwer heeft juis* zeer veel succes gehad hij verschillende officieren, die de vereeniging finantieel steunen.

De heer Bronkhorst vraagt of men het reen' heeft het Zesde in te deelen in het westen alf

deze vereeniging er bezwaar tegen heeft. WIJ moetön niet vergeten, dat zij nu ineens in een veel sterkere afdeeling terecht komt dan waarin zij gepromoveerd is. Daartegen kon wel een8