14

HET SPOETBLAD.

B.

A. Tr. W. L. K. N. N. N. N. Br.

E. J. C. Blom Mr. Feschotte Modderman

P. W. Scbarroo P. N.

C. A. W. Hirschman Geelkerken

F. Kranenburg Der Kinderen

A. D. T. T. Boutmy

N. N.

H. Meyer

„H.B.S."

L. J. v. G.

v. d. H.

P. v. d. Berg

Van Son

E. Klerks

H. de Vos

J. Hedeman

Dr. A. S. v. N.

J. K. van Wijk

Patiwall

/ 0.50

„ 0.25

„ 0 50

„ 0.50

» 1—

. 1—

„ 1.-

„ 2.50

„ 2.50

„ 1.-

. 1--

„ 2.50

„ 2.50

„ 2.50

. 5—

„ 1.-

„ 0.50

„ 0.50

„ 0.50

„ 10.-

„ 0 50

„ 0 50

, 0.50

„ 0.50

„ 0.50

„ 0.50

w 10.-

„ 2.50

„ 2.50

„ !•-

Totaal 2e Lgst ƒ 61.75

Ingezonden Stukken

Buiten verantwoordelijkheid der Bedactie.

R.V. & A.V. „Sparta" Rotterdam. Geachte Redactie.

Wij zijn zoo vrij voor het onderstaande een plaatsje in Uw blad te verzoeken.

Uit de dezer dagen verschenen notulen van de op Zaterdag 20 Februari 19l5 gehouden bestuursvergadering van den „Nederlandsche Voetbal-Bond" zien wg, dat bij punt 7 van de Agenda tamelijk uitvoerige besprekingen zijn gevoerd over de houding, welke „Sparta" tegenover de Steunbeweging heeft aangenomen, en dit wel naar aanleiding van eene door de „Commissie 1914" gedane mededeeling, dat zg er bijv. niet in geslaagd is „Sparta" bereid te vinden iets aan het N.V.B.-fonds te betalen.

Deze mededeeling nu geeft zulk een blijk van totale negatie der feiten en een beslist verkeerde voorstelling van onze houding, dat wg, waar zg nu geplicaerd is, ons verplicht achten in het openbaar het volgende ter kennis te brengen.

Op 14 Augustus 1914 werd door onzen voorzitter aan den Heer Warner de vraag gesteld, of het niet op den weg van den N.V.B. lag om een gedeelte van de gelden, die de bond door den vriendschappelijken strgd der natiëa op het voetbalveld had ontvangen, te bestemmen voor hen, die te lijden kregen door de gevolgen van den strgd op het slagveld.

Onze voorzitter gaf verder als zijne meening te kennen, dat ook de sportvsreenigingen in dat opzicht iets zouden kunnen doen, en deelde voorts mede, dat „Sparta" eene gift van/500

had geschonken aan het Rotterdamscbe Steuncomité, en verwachtte, dat andere vereenigingen dit voorbeeld zouden volgen.

Hisrop antwoordde de heer Warner dd. 21 Augustus 1914, dat hij het ons door hem aan de hand gedane in eene eerstvolgende vergadaring van het Bestuur ter sprake zou brengen en er niet aan twijfelde, of men zal in deze of eene andere richting wel het een of ander willen doen.

„Tot mijn groot genoegen", zoo schreef de heer Warner verder, „zag ik, dat Sparta zgn goeden naam handhaaft, wat vooral in de gegeven omstandigheden, waar wij een seizoen tegemoet gaan zonder de normale opbrengsten, wel van opoffering getuigt."

De daarop in de bestuursvergadering van den N.V.B. gehouden besprekingen leidden tot de bekende circulaires van 1 en 12 September, waaruit bleek, dat de N.V.B. zelf zich wilde bepalen tot het beschikbaar stellen van voetballen en spelregels voor militairen, maar dat de gelden voor steun door de vereenigingen zouden moeten worden opgebracht, dus volgens ons voorbeeld met dit verschil, dat de bijdragen niet meer vrijwillig zouden zgn en dat alles over het N.V.B.foncrS 1914 moest loopen.

Gedurende den tijd die verliep totdat de wedstrijden van de zoogenaamde „Noodcompetitie" begonnen, heeft „Sparta" niet stilgezeten.

Zij trok 6 September met een combinatie naar Dordrecht en speelde daar een wedstrijd tegen D.F.C, waarvan de opbrengst ten bate van de steunbeweging kwam, bond op 13 September tegen D.F.C te Rotterdam den strgd aan, en bestemde van de gehe <le opbrengst van ƒ 350, de helft, dus ƒ 175 voor het Nationaal Steun-Comifé en ƒ 175, voor het Rotterdamscbe Comité; organiseerde verder een wedstrgd op 27 Saptember, waarvan de geheele opbrengst ad ƒ 200, aan het Rotterdameche Comi'é werd afgedragen.

Van al deze giften, tezamen ƒ 1050, werd door ons behoorljjk opgave gedaan aan den Secretaris-Penningmeester van den N.V.B., zoodat „Sparta" onmiddellijk na opsning van de lijst „N.V.B.-fonds-1914" daarop voor dit bedrag had moeten worden genoteerd. (Het is immers onverschillig, of de giften direct of via den N.V.B. aan de comité's komen; bovendien geschiedden onze giften gedeeltelijk vóór het N.V.B.-fonds was opgericht.)

Niet echter aldus dacht de Commissie 1914. Deze hechtte klaarblijkelijk aan de reeds gedane giften niet de minste waarde en beriep zich op eene in een vergadering van „Het Gouden Hoofd" door ondergeteekende gedane mededeeling, dat hij ziin bestuur zou adviseeren ƒ 500, aan het N.V.B.-fonds af te dragen; eerst eene verdere bijdrage zou als eerste storting daarin worden aangemerkt.

Ondergeteekende is Uatuurlgk die belofte om aan zijn bestuur in de eerstvolgende vergadering te adviseeren alsnog / 500.— in het N.V.B.-fonds te storten, nagekomen.

Uit de in dezelfde bestuursvergadering door onzen penningmeester gedane opgaven, bleek echter dat onze vereeniging wel zéér den druk der tijden ondervond; het bedrag der geïnde contributies bleef circa / 1500.— onder dat