6

HET 3 P O

Wannneer dezelfde speler bij het voor de tweede maal nemen van den beginschop weer te vroeg toeloopt zal de scheidsrechter hem van het veld moeten verwijderen.

Daar het spel begint met den beginschop en deze nog steeds niet goed genomen is, zoodat hij reglementair nog als niet genomen beschouwd wordt, is dus op het oogenblik, dat de speler uit het veld gezonden wordt de wedstrgd nog niet begonnen. Dit geval zal zich wel vrijwel nooit voordoen maar de vraag was ook meer als een strikvraag bedoeld en als zoodanig is ze wel aardig.

Opmerkingen.

Met bijzondere belangstelling lees ik tegenwoordig eiken Zondagmorgen in de Telegraaf de brieven van Veteraan „Ouder de voetballers",

Serieus neem ik die artikelen natuurlijk niet op, maar dat is ook niet de bedoeling. Jchn Goucke schreef toch destjjds in het Sportblad over den schrijver van de hierboven bedoelde brieven: „serieus neemt geen mensen — wellicht 'n aantal kwajongens — z'n gekrabbel over voetbal op" en waar de Sportredacteurs van de Telegraaf zelf in het openbaar een dergelijke meening verkondigt, zou ik me geducht blameeren wanneer ik de bewuste brieven niet uitsluitend als een luchtig hors d'oeuvre voor het minder gemakkelijk verteerbare voetbaloverzicht beschouwde. Trouwens mea behoeft hiertoe z'n overtuiging heusch geen geweld aan te doen.

Zondagochtend heb ik er echter iets in gelezen, dat me bijzonder heeft getroffan en, waarde redacteur, ik heb er aanleiding in gevonden om eindelijk aan m'n belofte te voldoen, om af en toe eens enkele opmerkingen over uw groene blad te schrijven.

Na een aanloopje waarin Veteraan vertelt aan iemand, die hartverscheurend mooi speelde, die kanjers op de doelverdedigers afzond als granaten en wiens rennen langs het witte lijatjs door een langgerekten snik van het publiek werden vergezeld,*) komt n.1. de mededeeling dat „de Sport" een prijsvraag heeft uitgeschreven, „de 11 beste voetballers sinds 1900". Dank zij een bezuinigingswoede bij het begin der mobilisatie, lees ik het bedoelde blad niet meer, zoodat hetgeen Veteraan van die prijsvraag vertelde, nieuw voor me was.

Hoeveel stemmen er zgn uitgebracht weet ik niet — 1030 beweert Veteraan, maar dat is zeker 'n grapje of een nieuw bewijs van de juistheid over Coucke's bewering — maar ik heb me er over verbaasd, hoe snel onze voetballers vergeten zgn.

Nu moet ik eerlijk bekennen, dat ik dat snel vergeten eigenlijk een gelukkig verschijnsel acht.

Hoe aardig die populariteit ook schijnt, die algemeene bekendheid wordt al spoedig drommels onaangenaam en als men dan na het beëindigen van z'n voetballoopbaan nog steeds

*) Het publiek snikte blijkbaar omdat de man zoo van z'n plaats was afgedwaald. Iemand die kanjers op de doelverdedigers 'afzendt, rent toch niet langs het witte lijntje! Bed.)

BTBLAS,

als „die bekende voetballer" wordt aangeduid, begint dat al heel gauw lastig en onaangenaam te worden.

Waar het echter iets speciaal als een prijsvraag betreft, dan bad ik echter wel gedacht, dat men nog eens in z'n herinneringen al de bekende spelers van voorheen en thans de revue zou laten passeeren en dan zou ik als resultaat van zoo'n stemming een heel ander elftal verwacht hebben, dan thans gekozen is.

Veteraan publiceert 3 elftallen die we als Nederland I, II en III kunnen beschouwen. Voor de lezers, die noch de Telegraaf noch de Sport lezen, volgen hieronder die ploegen.

I Qöbel; Stom en Oiten; Boutmy, de Korver en Bosschart; Welcker, Snethlage, Francken Vos en N. Bouvy.

II Baeuwkes; Feith en Denis; Heijting, N. Bouvy en Hörburger; v. d. Wolk, Ruffelse, Buitenweg, Francken en D. Keseler.

III van Hemert; Bosschart en Wgnveldt; de Klerck, Lotsy en Vos; Noordugn, Westra, de Groot, Thomee en van Berckel.

De vraag hoe of men door middel van stemming eigenlijk tot deze 3 elftallen komt laat ik maar rusten, maar dat er over het algemeen gestemd is — aangenomen, dat er inderdaad gestemd is, waaraan ik wanneer ik die elftallen goed bekijk, begin te twijfelen — door messchen die weinig van voetbal gezien en nog mioder er van onthouden hebben, lijkt me een vaststaand feit.

Blijkbaar heeft b.v. niemand gedacht aan Hesselink, 'den besten voorwaarts, dien we misschien ooit gehad hebben, Iman Dozy, den uitmuntende Ajaxspeler, Max Henny, den vluggen H.F.C.er, naar veler meening de beste rechtsbuiten, die ooit het oranje-shirt heeft gedragen, Kampardijk den H.B.S.er, Tavabrello, den misterieuzen H.V.V.er van wien de EogelBchen destijds een groote opinie hadden als middenvoor, naar mijne meening terecht, hij was misschien in z'n goede dagen een onzer schitterendste middenvoorspslers.

Geen van die spelers komt zelfs in de derde plaats in aanmerking, alleen wordt Feith als achterspeler genoemd. Dat vergeten van deze spelers lijkt me niet alleen onbillijk maar het pleit ook niet voor de lezers van de Sport, 't Is natuurlijk voor jongelui ias'ig om een vergelijking maken tusschen b.v. Boutmy, die en ze herhaaldelijk hebben zien spelen, en Kamperdgk, dien ze nooit zagen et.< daarom is er aan zoo'n stemming zoo bitter weinig waarde te hechten. Ik heb beide spelers in hnn volle kracht gekend en aarzel geen oogenblik om aan Kamperdgk de voorkeur te geven.

Dat Göbel, Otten, Stom, de Korver en Snethlage, een plaats in Neerlandsch eerste elftal verdienen, lijkt me niet aan twijfel onderhevig, maar voor de andere plaatsen kan er heel wat meeningsverschil bestaan. Welcker b.v. was sterk door z'n buurman Snethlage maar op zich zelf een goed speler, zonder meer. Henny was veel sneller en veel fijner. Dé Kessler lijkt <ne als linksbuiten in z'n besten tijd moeilijk te overtreffen en dan heeft men voor de andere plaatsen Hesselink.... neen ik zal maar geen verdere namen noemen, 't was niet m'n bedoeling