HET SPORTBLAD.

7

ongeluk of liever, geluk was z'n deel."

Hier prevelt Beppo, die zenuwachtig aan z'n spichtige knevel zit te trekken: „Arme kerel, hoe j immer!" 'c Zucht van verlichting rijst op uit z'n geprangden boezem als ik de vertelling voortzet met . . .

„Maar . . . op 'n goeden avond, dat ie in bed wou stappen en z'n gekrulde kuiten liefkozend streelde, zag ie met verbazing, dat z'n enkel boet en blauw zag. 'n Onderdrukte vreugdekreet tippelt over z'n lippen de kamer in."

Sam zit met open mond te luisteren, knijpt z'n vuisten stijf dicht, schuift op z'n stoel onrustig heen en weer; Beppo veegt z'n lorgnet en z'n voorhoofd af.

Ik vervolgde.

„Hij onderwierp z'n enkel aan een nauwkeurig onderzoek. Verschrikkelijk, wat zag z'n poot emir. Nu meende hij zich ook te herinneren, 'n stekende pijn gevoeld te hebben, Zondag na den wedstrijd. Dien nacht sliep hij niet, zag er den volgenden morgen slecht uit, liep hinkend naar de beurs, kwam spelers tegen, die-ie geheimzinnig vertelde, dat-ie Zondag wel niet zou kunnen spelen, trap gehad, enkel blauw.

Zambuk — raadden ze 'm allemaal. Eq hij deed 't. Zambuk bracht 'm geen genezing. Eq toen de enkel steeds niet van kleur veranderde, besloot-ie, bang geworden, z'n huisdokter te raadplegen. „Hoe ie er aan gekomen was," vroeg deze 'm. „Ja" gaf-ie terug „ik denk 'n trap .gekregen te hebben, Zondag, ik heb pijn gevoeld na den wedstrijl." „Laat 'ns zien," commandeerde dokter. Voorzichtig trok ie z'n schoen uit, lijdenstrek op 't gezicht, toen z'n sok. Lang en aandachtig bekeek de esculaap den voet, wreef deze, keek toen z'n patiënt aan. „Sodex" zei-d ie langzaam.

Ik scheen 't woord te sterk geaccentueerd te hebben, want Sam en Beppo waren van hunne stoelen opgesprongen.

„Sodex", herhaalde docter nogmaals. Sodex in water opgelost en daar je voet goed mee wasschen.

„Je kousen geven blauw af!" Beschaamd is toen onze voetbalier weggeslopen, heeft zich in weken niet vertoond. Z'n illusie, ooit op 'n voetbalwonde te kunnen wijzen, zal wel altijd 'n illusie blijven.

„Arme Kerel", zei Beppo. Sam vond 't 'n mooi verhaal, was alleen in 't begin bang geweest, dat 't van anti-propagandistische strekking zou zijn, doch kon zich heel goed met 't slot vereenigen.

't Bitteruurtje was aangebroken. Daarom besloot Sam z'n geschiedenis van „de man met de fluweelen voetbalbroek" tot den volgenden sneeuw-Zondag uit te stellen.

't Sneeuwt, 't sneeuwt altoos nog. En altijd maar door dwarrelen de vlokken monotoon naar bsnee. God wat 'n dag.

Moddeistad, 14-3-'09. BRAM.

Sprokkeltjes uit Spreekseltjes.

Terreinen internationale wedstrijden. Veel pennen hebben den laatsten tijd weer over 't papier gekrast in verband met de vaststelling der terreinen voor de internationale

wedstrijden van het Nederlandsch elftal.

Eu natuurlijk zooals altijd zijn het de ontevredenen, die het hardst hun scheiter- en jammermelodie ten beste ge^en, die het felst hun kritiek-granaten slingeren naar 't hoofd van 't arme lichaam, dat nu eenmaal tot taak heeft die terreinen aan te wijzen.

Arm en beklagenswaardig is wel dat lichaam! Maak het eens bij een kwestie als deze een ieder naar den zin, voldoe eens aan aller clubliefde en elks woon plaats-ehau vinisme!

Was eens niet, althans voorloopig, de HollandEugeland wedstrijd in Amsterdam vastgesteld, ik hoorde al enkele Amsterdamsche sportlief- . hebbers zich de pennen stomp krasssn en de kelen hee3ch praten, dat toch dat bondsbestuur maar weer dien wedstrijd in Den Haag of Haarlem had vastgesteld en al weer Amsterdam, nota bene do grootste stad van 't land, had gepasseerd. Alsof Amsterdam geen goede terreinen had, abof in Amsterdam geen publiek op de wedstrijden kwam, alsof te Amsterdam geen propaganda noodig was!

Nu klinkt kritiek-uitlokkend en ontevredenenmeeeleepend het Haagsche wijsje, ik geloof dat 't Amsterdamsche deuntje, zoo de hoofdstad was voorbijgegaan, wel even verleidelijk geweest zou zijn; ik denk, dat het wel altijd hetzelfde liedje zal wezon.

* * *

Men heeft wel e«ns gezegd, en ik geloof, dat er indertijd werkelijk ernstig sprake van is geweest, waarom ziet de N.V.B. niet een terrein voor zich alleen te krijgen, een terrein, dat onzijdig is gelegen, niet in of vlak bij een groote stad, dat niet behoort aan een bepaalde club, maar dat is van den N.V.B. alleen of dat de N.V.B. in medegebruik heeft met andere sportbonden. t

Dan zon de N.V.B. niet meer asjeblieft behoeven te spelen tegen een ondergeschikte club, zou deze het groote lichaam niet de wet kunnen stellen, dan zou dat eeuwigdurend en periodiekterugkeerend geschrijf en gewrijf over de terreinen voor de internationale wedstrijden meteen van do baan zijn, men zou geen scheele oogen maken, met zou geen ontevredenen meer hebben, die de buitenwereld met .hun nijdige pennevruchten vervelen, en last not least de N.V.B. zou van een dikwijls zeer lastige keuze zijn bevrijd.

De bond zou dit terrein geheel naar den eisch kunnen inrichten, zou er ieder jaar weer nieuwe verbeteringen kunnen aanbrengen ; Lij zou bovendien alle entreVs in eigen zak kunnen steken en er niets van behoeven af te staan aan speciale clubs.

't Zou om kort te gaan de ideaaltoestand worden voor den N.V.B. Er zijn er veel, die zoo denken en redeneeren.

En-werkelijk als men zoo ieder jaar leest 't onverkwikkelijk geargumenteer en gecritiseer over dit veld en over dat veld, als men ziet telkens weer bet naar voren brengen door enkeleri van de meest speciale belangen, bjjna zonder rekening te houden met 't algemeen belang, als men hooit steeds opnieuw dikwijls de dwaaste redeneeringen omtrent de internationale wedstrijden, van meuschen die geen flauw begrip hebben van wat eigenlijk voorde voorbereiding en de organisatie van zoo'n wed-