10

HET SPORTBLAD

GOOISCHE SPORTHANDEL

PRIjaEiO AI,S AMSTERDAM

Alle merken Rackets als Driva, Patterson,

Yopk en alle bekende mepken Raïkets worden vakkundig gerepareerd

„ TBAAGT OJTZE PRIJZEN

J, L. TEMPELMAN v/h fa. JAN HELLING

tfassaulaan 32 - Tel. 410 - BI SSl'31

ffieiet De 9foee &teèm

^^^^ Buitenhof, 's-Gravenhage ^W^^k RESTAURANT • FEESTZALEN ^,665^==vERGADERZALEN ZZ=

De Directie: fi .van der "Werf. K._A..van der Werf "Voorheen De Groote Club. Amsterdam

Logies vanaf ƒ 4.=

Buitenhof, 's-Gravenhage RESTAURANT • FEESTZALEN

—VERGADERZALEN .

1

pcosooocxxxx»ocxxx:oooocopccxxxxxxxxxxx>c

Voulez-vous \ oiis amtiser ?

"~~"~a jj M O N I O O

11111111111111111 111 111 iiiiiiiiiiiiniiiiii run

„Chez Arthur"

AMSTERDAM

Toas les soirs attractions avec le célèbre Orchestre

„ROBERTHY"

OOOCXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX)'

technische tekortkomingen aanvulden met een groote dosis wilskracht. Dit kwam zoo sterk tot uitdrukking, dat het tempo van Feyenoord, dat ook ruim voldoende was, als het ware teniet gedaan werd, reden waarom wij dan ook na afloop eenige bezoekers hoorden beweren „Feyenoord speelde op halve kracht en gaf zich niet geheel". Dit ïs o.i. onjuist, omdat Feyenoord van den aftrap af zich wel degelijk geheel gaf, doch bij momenten overbluft werd door het geestdriftige spel van haar tegenstandster, waardoor zij meermalen van de wijs gebracht werd. Bovendien begingen de Rotterdammers de fout, Spartaan in te sluiten, waardoor zij 'steeds een been troffen, dat het leder stopte, of van dichting deed veranderen. Wanneer die druk op het Spartaans-doel zoo groot was, dropgen middenlinie en achterhoede o.i. wel eens te ver op, waardoor een snelle voorwaarts een goede kans zou hebben kunnen krijgen door een plotselinge doorbraak. Die gevaarlijke momenten kwamen echter sporadisch voor en meestal stonden de beide backs dicht bij elkander ongeveer op. de 16 meter lijn, terwijl de middenlinie slechts in uiterste nood over haar eigen helft kwam. . De voorhoede speelde goed samen, doch vooral voor de rust, was dit spel te kort om veel. succes op te leveren, temeer daar Spartaan-achterhoede en middenlinie zich steeds voor het doel terug trok. De vleugelspelers zetten geregeld de ballen te hard voor, waardoor zij van vleugel tot vleugel geplaatst werden, wat als verspilling van tijd te beschouwen is.

Een systeem was bij Spartaan niet bepaald waar te nemen, daar dit onophoudelijk gewijzigd werd, zoodat wij maar zullen aannemen, dat er geen systeem gevolgd werd. Dan hielden de backs den buitenman, dan weer den binnenspeler, waardoor het meer dan eens voorkwam, dat een Feyenoordman door een Spartaanback en half beide werd gedekt, waardoor zijn partner vrij kwam te staan. In zöo'n geval schoten de andere spelers te hulp en lieten niet los, voordat de bal weer geretourneerd was. De middenlinie der Amsterdammers deed verdedigend goed werk, doch het steunen van de voorhoede werd verwaarloosd. Wij kunnen dan ook moeilijk van een middenlinie spreken en kunnen wel volstaan met de mededeeling, dat Spartaan zoo ongeveer met vijf backs speelde, die verdedigden, dat het een lieve lust was. De voorhoede was dus op eigen'kracht aangewezen en de binnenspelers begrepen hun taak naar behooren, dat wil zeggen, zij gingen onophoudelijk den bal halen. Werd de bal echter gekeerd door de Feyenoord-achterhoede, dan had de middenlinie van de Rotterdammers een geheel vrij veld voor zich en kon zich rustig rekenschap geven, waar de bal geplaatst moest worden. Bovendien werd er te weinig geschoten, temeer daar v. d. Meulen in het Feyenoord-ddoel een onbetrouwbaren indruk maakte. Ook de Rotterdamsche voorhoede schoot heel weinig zooals wij boven reeds schreven, doch dit had een heel andere oorzaak, terwijl bovendien Oerlemans een doelman van buitengewone capaciteiten bleek te z ijn, die echter leeren moet een bal onmiddellijk klemvast te vangen. Van de beide backs was ditmaal Ohm de zwakste, hetgeen echter zijn oorzaak'gevonden kan hebben in het feit dat hij kort na den aanvang vrij onzacht met Bul in aanraking kwam, waardoor hij een oogenblik buiten gevecht werd gesteld. Walst was beter en maakte daarbij een gepast gebruik van zijn lichaamskracht, zonder hierbij al te forsch te worden. Slechts eenmaal constateerden wij een overtreding van hem en dit was in de tweede helft, toen hij binen de beruchte lijnen, Petterson op den grond liet vallen. Beide backs vervielen ook ditmaal in de fout,